Vereenigde vergadering der staten-generaal - Voor bepaalde gevallen, bijv. voor de inhuldiging des Konings (art. 60) en voor de jaarl. opening der zitting (art. 104), schrijft de Grondwet voor, dat de Staten-Generaal in vereenigde vergadering bijeen moeten komen (zie voor de andere gevallen artt. 18, 19, 30, 32, 33, 35, 37, 40, 41, 42, 46, alle het Koningschap betreffende). Volgens art. 109 worden bij een vereen, verg. beide Kamers als slechts één beschouwd en nemen haar leden, naar willekeur, door elkander plaats. De voorzitter der Eerste Kamer heeft de leiding der vergadering.
Omtrent openbaarheid en quorum gelden dezelfde regelen als voor de afzonderlijke Kamers (artt. 102 en 106). De vereen, verg. heeft zoowel het recht van enquête (art. 96) als van amendement (art. 113).
