Sneek - gem. in het midden van Friesland, 894 H.A., alles kleigrond, bodem der oude Middelzee ; als grasland gebruikt. De gem. telt 13.800 inw. en bevat in hoofdzaak alleen de stad S., aan de spoorlijn Stavoren—Leeuwarden en de tramlijn Harlingen—Heerenveen; bovendien loopen eenige drukke vaarten door de stad. Zij had voorheen als middelpunt der Friesche grasstreck de grootste botermarkt van Nederland, doch door de oprichting der zuivelfabrieken is de aanvoer sterk gedaald.
De Groote of SintMaartenskerk bevat het graf van Lange Pier. De stad telt 12.000 inw. en leeft van handel, verkeer en nijverheid (scheepsbouw, pottenbakkerij, houtzagerij, enz.). S. werd reeds in 1268 tot stad verheven.