Wat is de betekenis van SNEEK?

Met ruim dertig meren, honderden kanalen, vaarten en rivieren is Friesland het belangrijkste watersportgebied van Nederland. Sneek is het centrum. De Sneekweek is met scheepslengten voorsprong het grootste zeilevenement op het binnenwater van Europa. Het trekt elk jaar rond de duizend boten en is ook onder niet-watersporters populair, vooral vanweg...

Ned. gemeente in de prov. Friesland, 32,50 km2, 29 500 inw. Per 1.1.1984 werd Sneek uitgebreid met een deel van de gemeente Wymbritseradeel.

(27 000 inwoners), stad in de Nederlandse provincie Friesland. Met uitbreidende industrie. Bekend door de zeilsport en de zeilwedstrijden op het Sneeker Meer.

(Snits). Ned. gemeente in de prov. Friesland. Oorspronkelijk een terpdorp aan de Middelzee; ontwikkelde zich na de indijking hiervan door haar gunstige ligging aan goede vaarwegen tot een belangrijk handels- en marktcentrum. Werd de voornaamste plaats van Westergo: kreeg 1456 stadsrechten. Tijdens de oorlog van Karel van Gelre om Friesland was het...

Ned. gemeente in d ; prov. Friesland, 32,50 km2, 29500 inw. Per 1 1.1984 werd Sneek uitgebreid met een deel van de gemeente → Wymbritseradeel.

(Fr.: Snits). Gem. en stad in Westergo, tijdens de Republiek vierde in rang. Ligt aan de wegen Heerenveen-Afsluitdijk, Lwd.-Lemmer, en aan de spoorlijn Lwd.-Staveren.NAAM. Oude I3de-eeuwse vormen zijn Sneeck, Sneke en Snake. Soms verklaard als Engels: snake, slang. Wrsch.: vooruitspringende punt, waarbij aan de hoek Hemdijk-Kerkterp-Groene dijk kan...

stad en gem. in Friesl. 910 ha, 18.911 inw. Mooie waterpoort (1613). Veeteelt, zuivel-, aardewerkindustrie, scheepsbouw. Tweede marktplaats van Friesl.

gem. in Friesland, 15 000 inw.; veeteelt. De plaats S. is een centrum v. watersport, bezit enkele bezienswaardige oude gebouwen; belangrijke veemarkt.

(Friesch: Snits), gemeente en een van de elf steden in Friesland, op kleibodem, aan de spoorlijn Stavoren—Leeuwarden, de tramlijn Lemmer/Heerenveen—Harlingen en den waterweg Stavoren/Lemmer—Leeuwarden/Groningen. Opp.910 ha; 16125 inw. (1937), waarvan 57 %‘Prot., 14 % Kath. (vormend de parochie S.) en 29 % onkerkelijk. De bev...