Plooierij, - naam, dien men geeft aan een beweging, welke na den dood van den stadhouder Willem III begon in Nijmegen en zich in den loop van 1702 uitbreidde over Tiel, Zaltbommel en andere steden in Gelderland. Zelfs in Middelburg vindt men sporen van deze beweging, waarvan de oorzaak gezocht moet worden in ’t streven van de in 1674 afgezette regenten, om met hulp van de gemeenslieden en de gilden, weer aan het bewind te komen. Meer gecompliceerd werd zij, toen er verband kwam met een beweging op de Veluwe, waar de boerenbevolking, ontevreden over de hooge lasten, in verzet kwam. Voor de Unie had de pl. beteekenis, doordat Gelderland, dat als ’t ware in twee kampen verdeeld was, niet meer bijdroeg in de algemeene lasten.
Nadat een poging van de Unie om verzoening tot stand te brengen mislukt was en de bew. een oogenblik ’t karakter van een burgeroorlog begon aan te nemen (1707), is het aan Holland gelukt de partijen te bevredigen, waarbij het den steun had van een middelpartij, die zich langzamerhand had gevormd. Na 1708 begint er reactie te komen. De gemeenslieden en gilden krijgen geen invloed meer op ’t bestuur.— Litt.: een diepgaande studie van de pl. is nog niet gemaakt. Welke rol de gilden spelen in de steden, is niet duidelijk, a. Bronnen: de Vroedsch.res. der Steden; pamfl.-verz. K. B. 14848, 14840, 14839, 14838, 14831, 14844, 15004, 15211, 15212, 15218, 15594, 15598, 15607,15256,15205,15252,15973,15974, Wagenaar, Korte Hist. der Pl. (ms. Amsterdam).
b. Schrijvers: Brands, Bijdr. gesch. Geld. pl. (Diss. Leiden 1874); Staats-Eous., Pl. Wageningen (Geld. Volksalm. 1860); Haak, De plooierijen (Gelre XI).