Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Beweging

betekenis & definitie

Beweging (natuurk.). Wanneer een punt of puntenstelsel met betrekking tot eene zekere omgeving standen inneemt, die met den tijd veranderen, dan zegt men, dat het t. o. v. die omgeving in b. is. Bij de b. van een stoffelijk punt* vormen alle punten, waarmede het t. o. v. de omgeving, achtereenvolgens samenvalt, de baan*, die het doorloopt. Al naar gelang deze eene rechte lijn is of eene kromme, onderscheidt men rechtlijnige en kromlijnige b. Bij eene rechtlijnige b. kan de weg, dien het stoffelijk punt in een zekeren, willekeurig gekozen tijd aflegt, in het oog gevat worden. Is de b. van zoodanigen aard, dat in gelijke tijden gelijke wegen worden doorloopen, onafhankelijk van de grootte van dien tijd, dan heet de b. eenparig.

De in de tijdseenheid afgelegde weg wordt dan de snelheid* genoemd; hieraan kent men grootte en richting toe, de eerste is gegeven door het bedrag van den in de tijdseenheid afgelegden weg, terwijl de tweede samenvalt met de richting der b. Bij de eenparige b. is de snelheid eveneens gelijk aan den weg, die gedurende een zeer kleinen tijd wordt afgelegd, gedeeld door dien kleinen tijd. Op deze wijze wordt de snelheid gedefinieerd bij eene n i e t-e e n p a r i g e b., d. w. z. ene b., waarbij in gelijke tijden in het algemeen ongelijke wegen worden doorloopen. Bij eene niet-eenparige b. is derhalve de snelheid veranderlijk. Wordt de snelheid gedurende de b. grooter, dan spreekt men van eene versnelde b., wordt ze kleiner, van eene vertraagde b. (Zie VERSNELLING). Bij eene k r o m l ij n i g e b. wordt de richting der b. gegeven door de richting van de raaklijn aan de baan. Aan de snelheid wordt dezelfde richting toegekend, terwijl de grootte bepaald wordt door de lengte van den in een zeer kleinen tijd afgelegden weg te deelen door dien tijd (zie VERSNELLING). — Onder eene periodieke b. verstaat men eene b., waarbij de baan eene gesloten kromme lijn (die in een bijzonder geval ook recht kan worden) is, en waarvan het stoffelijk punt elk punt na een gelijk tijdsinterval weer met dezelfde snelheid bereikt; dit tijdsinterval wordt p e r i o d e* genoemd. Tot deze b. behooren o.a. de e n k e l v o u d i g e en s a m e n g e s t e l d e trillingen*. — Bij een onwrikbaar vast lichaam, waarvan één punt eene vaste plaats behoudt, kan de meest algemeene b. op ieder oogenblik beschouwd worden als eene draaiïng* om eene zekere as* (instantane draaiïngsas), gaande door het vaste punt, welke as echter in het algemeen zoowel t. o. v. het lichaam als t. o. v. de omgeving voortdurend van stand verandert, terwijl ook de hoeksnelheid* voortdurend eene andere waarde aanneemt. Is het onwrikbare lichaam geheel vrij, dan kan de b. gedurende een zeer klein tijdsdeeltje beschouwd worden als eene draaiing om eene zekere as, gepaard aan eene verschuiving langs die as, dus als eene schroefbeweging.

In het algemeen verandert de stand van de as dezer schroef voortdurend, zoowel t. o. v. het lichaam als t. o. v. de omgeving; ook de snelheid langs de as benevens de hoeksnelheid zijn aan voortdurende verandering onderhevig (zie ONWRIKBAAR LICHAAM). — Bij een lichaam, waarvan de deeltjes zich vrij t. o. v. elkaar kunnen bewegen (onsamendrukbare vloeistof) bestaat de b. van elk volumeëlement uit eene verschuiving en eene draaiing, evenals voor het onwrikbare lichaam. Deze b. is echter niet alleen voor één volumeëlement van oogenblik tot oogenblik veranderlijk, doch tevens voor één bepaald tijdstip voor elk volumeëlement verschillend. Men onderscheidt vaak eenerzijds het geval, dat die kleinste deeltjes zich slechts verplaatsen zonder draaiing (s t r o o m b e w e g i n g e n), anderzijds dat, waarbij de kleinste deeltjes ook draaien (w e r v e l b e w e g i n g e n). Zie HYDRODYNAMICA. — Bij een samendrukbaar* lichaam ten slotte, waarvan de deeltjes zich t. o. v. elkaar kunnen bewegen, en dat het meest algemeene geval voorstelt (het doet zich b.v. voor bij elastische vaste lichamen, verder ook bij gassen) kan de beweging van elk volumeëlement beschouwd worden als eene verschuiving langs eene zekere as, eene draaiing om dezelfde as, gepaard aan eene uitzetting (dilatatie*) volgens drie onderling loodrechte richtingen. Deze uitzetting is voor de drie assen in het algemeen verschillend, zoodat een bol b.v. tot eene drie-assige ellipsoïde vervormd wordt. Ook deze b. is niet alleen voor één volumeëlement van oogenblik tot oogenblik veranderlijk, doch tevens voor één tijdstip van volumeëlement tot volumeëlement (zie ELASTICITEIT, GAS).