Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Middelburg

betekenis & definitie

Middelburg, - 1) gem. in Zeeland, op Walcheren, hoofdstad der provincie, 1341 H.A., alles kleigrond, met 18.500 inw. Zij bevat de stad M. aan de streek Middelburgs-ambacht, die uit verschillende buurten bestaat, bv. KleinAbeele. — Men vindt er enkele fabrieken, o. a. „The Nitrite Works’! (400 arbeiders); verder is het van beteekenis als marktplaats van Walcheren (graanhandel) en als zetel van !t Prov. bestuur. Onder de gebouwen munt vooral uit het beroemde stadhuis in Renaissance-stijl, het werk der Mechelsche bouwmeestersfamilie Keldermans; de toren is 55 M. hoog (van 1507 tot 1513 gebouwd) ; de voorgevel (uit 1512 en 1513 dagteekenend) prijkt met 25 bijna levensgroote, thans vernieuwde beelden van de graven en gravinnen van Holland en Zeeland; de Westzijde is tot vleeschhal ingericht.

Een ander merkwaardig gebouw is de Abdij, waarvan de bouw in de 12e eeuw begon en waar thans de zetel der prov. regeering, benevens het Rijksarchief van Zeeland gevestigd is. Allerlei vorsten hebben er in verblijf gehouden, van Maximiliaan van Oostenrijk af, tot onze Koningin toe. De groote vergaderzaal der Staten prijkt met tapijten van Franchois Spierincx en van Jan en Hendrik de Maeght, heldenfeiten uit den 80-jarigen oorlog voorstellend. — Aan de Langedelft is het huis „De gouden Sonne” (1635) merkwaardig om zijn kunstrijke basreliëfs, evenals het huis „In de Steenrotse” (1540) op de Dwarskaai. Ook toont men nog de woonhuizen van Jacob Oats en Hans Lipperhey en de plaats, waar ’t huis van Zacharias Jansen heeft gestaan. — M. is de zetel van ’t Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1769), met een belangrijk museum, waarin o. a. ’t wiel van De Ruyter en fragmenten van een Nehalennia-altaar, voorts belangrijke collecties oude munten, meest in Walcheren gevonden en natuur-historische voorwerpen. De (Herv.) Nieuwe Kerk is het schip der voormalige Abdijkerk en de Koorkerk bestaat uit het vroegere koor daarvan. Eerstgenoemde kerk bevat o. a. gedenkteekenen van den Roomsch-Koning graaf Willem II en zijn broeder Floris de Voogd, benevens het praalgraf van Jan en Cornelis Evertsen, gebeeldhouwd door Rombout Verhuist (1666) ; het werd in 1818 uit de Oude Kerk naar de Nieuwe Kerk overgebracht. Tusschen deze en de Koorkerk verrijst de Abdijtoren, 82 M. hoog. — Aan verzamelingen van wetenschap en kunst bezit M. nog een gemeentelijk museum (op !t stadhuis) en de Provinciale bibliotheek. — Geschiedenis. M. ontwikkelde zich naast de Praemonstratenser abdij ; het oudst bekende stadrecht dateert van 1217, doch is een bevestiging en uitbreiding van een ouder stadrecht, dat verloren is gegaan.

De handel nam er in de M. E. reeds een bijzondere plaats in, vrnl. de wijnhandel en de lakenhandel. In 1383 werd de stapel van de Engelsche lakens er gevestigd ; in de 16e eeuw werd M. de stapelplaats van den Westerschen wijn. Gedurende de troebelen hield de stad de zijde des Konings, doch werd in 1574 door den Prins van Oranje ingenomen. Na den val van Antwerpen (1585) nam de handel er groote vlucht (o. a. Balthasar de Moucheron) en was de stad eenigen tijd de tweede der Republiek; zij nam actief deel aan den handel op Oost-, maar vooral aan dien op West-Indië. Zij behield die positie echter niet, en na 1650 ging de stad relatief achteruit ten koste der Hollandsche steden. Toch was de achttiende eeuw niet zonder beteekenis ; in 1720 werd er de Commercie-Compagnie opgericht (vrnl. slavenhandel), die tot ongev. 1850 heeft bestaan. Van veel belang was ook de Wisselbank (1616— 1878). In de 19e eeuw nam de stad zeer in beteekenis af, mede door onbruikbaar wording van de haven ; eerst later kwam er eenige herleving, tengevolge van de vestiging van industrie.

2) dorp in de Z.H. gem. Reeuwijk, 3 K.M. ten Z.O. van Boskoop; het was als heerlijkheid een afzonderlijke gemeente tot 1855. De bevolking, 400 zielen, doet aan veeteelt en kaasmakerij.
3) eiland in de baai van Batavia.
4) district in Transvaal.