Pijpers - noemt men in de groenteteelt die uien, van welke het bovenste gedeelte, de hals, zich bij het rijpen niet goed sluit. Zulke uien hebben een veel geringere handelswaarde, omdat zij moeilijk bewaarbaar zijn, spoedig rotten en dus ook niet over groote afstanden kunnen worden verzonden. Het euvel wordt zeer veel waargenomen in regenachtige nazomers.
De uien groeien dan te lang door en het loof droogt onvoldoende in. Ook wordt het in de hand gewerkt door een versche bemesting, vooral als daarin veel stikstof aanwezig is. Om die reden teelt men de ui veel op gronden, die door de bemesting van vorige jaren in goeden staat verkeeren en in het jaar van de teelt onbemest kunnen blijven.