Parameter, - 1) (wisk.). In een vergelijking, die een meetkundige fig. vertegenwoordigt, kunnen een of meer constanten gedacht worden als functies van een nieuwe grootheid, door welker geleidelijke verandering de meetkundige figuur eveneens geleidelijk verandert. (B.v. in de cirkelvergelijking x2 + y2 = v2 geeft een verandering van de constante v een concentrischen cirkel). Zulk een veranderlijke, waarvan de constanten van een vergelijking als functies worden beschouwd, heet parameter. Er kunnen ook meer parameters zijn; de vorm der figuur kan dan op 2 of meer wijzen veranderd worden. B.v. y = mx + q stelt een rechte lijn voor; verandering van q alleen geeft een stel evenwijdige lijnen, verandert men ook m, dan wordt ook de richting veranderd.
In de krommingstheorie der oppervlakken stelt men 3 coördinaten van een punt voor als functies van 2 parameters u en v. B.v. bij een bol met straal R neemt men voor u de geografische breedte en voor v de geograf. lengte. Men heeft dan bij geschikte keuze van ’t assenkruis: x = R. cos u. sin v; y. = R. cos u. sin v; z = R. sin v. Bij de ellips, de hyperbool en de parabool is de parameter de halve koorde, die door ’t brandpunt gaat en loodrecht staat op de as; bij de parabool is deze parameter tevens de afstand van brandpunt tot richtlijn. De parametervergelijking van de ellips en hyperbool luidt: r = p/1 + e cos v (r = brandpuntsvoerstraal, v = hoek tusschen r en groote as, e = excentriciteit). — 2) (Kristallogr.) Bij invoering van dezelfde letters als gebruikt werden ter verklaring van het begrip indices de waarden p = d/a, q = e/b, r = f/c.