O’Connell (Daniël), Iersch staatsman, geb. 1776 uit een oud geslacht te Cahirciveen (Kerry), overl. 1847 te Genua, aanvankelijk voor den geestelijken stand bestemd, ging over tot de studie van het recht, werd een zeer gezien advocaat te Dublin, ijverde in vergaderingen en bladen sterk voor een zelfstandig Ierland en richtte in 1823, toen de regeering hardnekkig de emancipatie der Katholieken, welke in het Lagerhuis een meerderheid vond, bleef weigeren, een Katholieke vereeniging op, die zich richtte tegen den Testact van 1673. In 1829 werd de emancipatiewet aangenomen. Toen hij in 1832 in ’t Lagerhuis was gekozen, oefende hij er als krachtig redenaar en gesteund door meer dan de helft der 100 Iersche afgevaardigden („the O’Connell’s tail”) een machtigen invloed bij de belangrijke hervorming van de kieswet (The Reformbill 1832) en bij het streven om voor Ierland een nationaal parlement („The Repeal”) te krijgen, waardoor alleen in zijn land de noodige maatschappelijke hervormingen konden tot stand gebracht worden.
Bij de bittere ontevredenheid der arme bevolking, bewerkte de vurige „bevrijder” op monstermeetings gemakkelijk een algemeene agitatie voor home-rule, doch de vergaderingen werden door troepen uiteengedreven en O. in hechtenis genomen (1844). Kort daarop vrijgelaten wegens cassatie van het vonnis, trok hij zich, door overspanning gebroken, terug en zocht in Italië herstel van gezondheid.