Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Naxos

betekenis & definitie

Naxos, - 1) nu Naxia, ’t grootste (450 K.M.2) en vruchtbaarste eiland der Cycladen, eerst door Thraciërs, daarna door Ioniërs uit Athene in 532 v. C. bevolkt, bergachtig, vooral door zijn marmer en wijn beroemd en aan Dionysus (Bacchus) gewijd, die hier, volgens de sage, de door Theseus verlatene Ariadne vond. — Het tegenwoordige N. met ongev. 16.000 inw., is goed bebouwd, levert vooral gerst, olijfolie en zuidvruchten, met gelijknamige hoofdplaats, te bereiken voor kleine schepen. Ned. consulaat. — 2) oudste kolonie der Grieken op de O.-kust van Sicilië, 735 v. C. door burgers van Chalcis (op Euboea) gesticht en 403 v. C. door Dionysius van Syracuse verwoest, maar 358 v. C. onder den naam van Tauromenium herbouwd.

< >