Cycladen - (Kykladen), eilandengroep in de Egeeïsche zee, die een overgebleven deel vormen van een verbrokkeld bergland, dat nog in het laat-plioceen Europa met Azië verbond. De voornaamste dier eilanden zijn in het verlengde van Euboea: Andros (400 K.M2), Tenos, Mykanos, Groot- en Klein-Delos, Naxos (450 K.M2); in dat van Attika: Keos, Kythnos (of Thermia), Seriphos, Siphnos, Pholegandros en Sikinos; in het midden Gyaros, Syros (of Syra), Paros, Antiparos, Ios (Nio). Verder nog verschillende kleinere eilanden. Deze eilanden liggen op een onderzeesch plateau, dat nergens dieper ligt dan 500 M., en maken deel uit van een oude kristallijne massa (gneiss, glimmerlei, marmer), die in ’t O. door een groep eilanden (Amorgos, Anaphe en Astypalaea) van oude gelaagde gesteenten wordt begeleid.
Langs den steilen Z.-rand van het onderzeesche plateau liggen eenige vulkanische eilanden: zooals Melos, met omliggende kleinere, en de groep Santorin. Het laatste is een werkende vulkaan. Thera en Therasia zijn deelen van den ouden kraterrand, terwijl de centrale eilandjes (Kaimeni) later zijn ontstaan, de jongste tusschen 1866 en 1872. Den naam (=in een cirkel liggenden) dragen de Cycladen, omdat zij als het ware een kring vormen om het eens aan Apollo geheiligde Delos, in tegenstelling met de Sporaden, die buiten de groep liggen. Over het algemeen zijn ze zacht gevormde bergeilanden met steile kusten, rijk aan havens en bochten. Hoogste punt: de 1003 M. hooge Ozia op Naxos. Zij zijn kaal; het klimaat is zuiver subtropisch. Het Grieksche gedeelte (waar in 1912 nog Amorgos bijgekomen is; Astropalaea wordt nog altijd door Italië bezet gehouden) had in 1907 ruim 130.000 inwoners.
De bewoners hebben hun oudGrieksche type beter bewaard, dan die van het vasteland. De eilanden vormen een provincie (Nomos) van Griekenland. Hoofdplaats is Hermupolis op Syros. Het voornaamste middel van bestaan is landbouw: vooral wordt koren verbouwd, in de dalen ook wijn, zuidvruchten en groenten. Op enkele eilanden is scheepvaart en visscherij een belangrijk bestaansmiddel. Naxos levert amaril, Paros marmer, Seriphos ijzer, Siphnos zilver.