Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Athene

betekenis & definitie

Athene - een der vermaardste steden van den aardbol; in de Oudheid het brandpunt der Helleensche beschaving, en „het oog van Hellas” en „Hellas van Hellas” genoemd, thans hoofdstad van het koninkrijk Griekenland en van de nomos Attica enBeotië; voorheen was zij de hoofdstad van Attica. Athene werd tot op Codrus door eigen koningen bestuurd; Codrus sneuvelde omstr. 1066 v. C, in een veldslag tegen de Doriërs; het koningschap werd toen afgeschaft, uit dankbaarheid en omdat niemand na Codrus meer den koningstitel waardig werd geacht; Athene werd nu bestuurd door Archonten (zie ARCHONT); in 621 kreeg het de Draconische wetgeving. De grondwet van Solon verdeelde de Atheensche burgerij in vier klassen (594 v. Chr.) In 663 maakte Pisistratus zich van de macht over A. meester; in 508 grondde Clisthenes de heerschappij der demokratie. De oorlogen, die deze stad met naburen van heinde en verre had te voeren zijn ontelbaar, evenals het aantal harer groote figuren, krijgs- en staatslieden, wijsgeeren en kunstenaars.

Athene had de hand in alle wereldgebeurtenissen en voerde heerschappij over de zee tot 404, toen het voor Sparta moest bukken. In 403 herstelde Thrasybidus de demokratie; niettemin begon de grootheid der wereldstad te tanen; Demosthenes wist haar weer te verheffen, Lycurgus schonk haar opnieuw voorspoed en aanzien. Bij den dood van Alexander den Groote deed zij een laatste geweldige poging om hare volle onafhankelijkheid te herwinnen, doch de Lamische oorlog (322) bracht haar geheel in de macht der Macedoniërs; sinds heeft zij geen eigen geschiedenismeer. In l46 werd zij ingelijfd bij de Romeinsche provincie Achaia. Een oogenblik waagde zij het zich met Mithradates te vereenigen, in 88 v. C., doch twee jaren later werd zij door Sulla verwoest. De Romeinsche keizers betoonden evenwel allen eerbied voor de stad, wier oorsprong diep in het duister der vóórhistorische eeuwen lag. Sinds de 3de eeuw der Christ. tijdrekening kreeg zij te lijden van de veroveringen der barbaren; de Goten bedreigden haar in 253 en namen haar in 268; Alarik I bezocht haar in 396. In de 4de en 5de eeuw was zij het centrum van den tegenstand van het paganisme; Justinianus sloot hare wereldberoemde scholen in 629; hare heidensche tempels werden herschapen in kerken; onder Diocletianus werd zij de zetel van een bisdom, in 857 van een aartsbisdom.

In de middeleeuwen vindt men haar naam nauwelijks genoemd. Na den val van Constantinopel voor de kruisvaarders werd zij de hoofdstad van een Frankisch hertogdom, nadat Boniface de Montferrat in 1205 haar had vermeesterd; zij kwam nu onder het bestuur van het huis La Roche, later onder dat van de koningen van Sicilië. Sultan Mohammed II ontrukte haar in 1456 aan de macht der Christenen en veranderde hare kerken en oude bouwwerken in moskeeën, in 1687 viel zij in handen der Venetianen onder Morosini; het volgend jaar werd zij door de Turken hernomen. Gedurende den Griekschen vrijheidsoorlog werd zij in 1821 geheel verwoest, doch in 1834 tot hoofdstad van het nieuwgevormde koninkrijk Griekenland verheven; zij telde toen ternauwernood 12.000 inw.; op het einde der 19de eeuw had zij weer een bevolking van 115.000 zielen; in de oudheid wordt deze op ten hoogste 180.000 geschat. Het uitgangspunt van het moderne Athene is nog steeds de Acropolis met haar pracht van marmer; aan de Noordelijke en Oostelijke helling van den heuvel, waarop deze staat, breidt zich de uit den tijd der Turksche heerschappij afkomstige stadswijk Plaka uit, waarin de Albaneesche taal de heerschende is. Daarop volgt in de vlakte de eigenlijke stad, met nauwe, hoekige straten, doorsneden door twee hoofdstraten, de Aeolusstraat,die zich in de schoone Patissiastraat voortzet, en de Hermesstraat.

Aan dit stadsdeel sluit zich de neapolis (nieuwe stad) aan, met breede regelmatige, doch meest ongeplaveide straten, waarin de statige regeeringsgebouwen en vele groote private huizen, opgetrokken van marmer; het fraaiste punt hier is de Stationstraat, die van het Grondwetsplein naar het Eendrachtsplein loopt en de parlementsgebouwen bevat; de neapolis wordt omgeven door een breeden met boomen beplanten boulevard, met de academie van wetenschappen en de universiteit. Op den Nymphenheuvel heeft baron Sina een sterrewacht doen bouwen. Athene is de residentie des konings van Griekenland, de zetel der ministeries, van een hooggerechtshof, van de heilige synode (het opperste kerkelijk lichaam) en van gezanten en consuls der meeste landen, ook van Nederland. A. ligt aan de spoorlijnen Peiraieus-Pyrgos, A.-Laurion en A.-Kephissia (22 K.M.), onder 37° 58' N.B. en 22° 42' O.L. van G., 5 K.M. van de zee, 7 K.M, van hare haven, Peiraieus. In het Nieuwgrieksch wordt de naam der stad Athina geschreven en in den mond des volks klinkt hij Settines.