München, - hoofdstad van Beieren, met 666.000 inw., ligt aan de Isar, 511 M. hoog, hooger dan eenige groote stad in Europa, heeft daardoor een ruw klimaat. De onmiddellijke omgeving is niet zonder bekoring, maar onvruchtbaar, nu grootendeels in moestuinen en parkland herschapen. Het is een belangrijk kruispunt van spoorwegen (N.-Z. en Parijs—Weenen), heeft een universiteit en technische hoogeschool. M. trok, met zijn schoone bouwwerken en druk straatverkeer, vreemdelingen aan.
Behalve door kunstindustrie (metaalgieterij, glasschild.) en het bekende Münchener bier is de stad ook van belang door andere groot-industrieën (machines, handschoenen) en den handel. Ned. consulaat. — M. is met Beieren groot geworden sinds Napoleons tijd. Alle Wittelsbacher koningen hebben M. met mooie kunstwerken voorzien, vooral Lodewijk I (1848—64). Van zijn tijd af geldt M. vaak als hoofdzetel der kunst in Duitschland. Het hart der oude stad vormt het Mariaplein, waar nog een Middeleeuwsche stemming heerscht: de Raadhuistoren met zijn slanke torentjes en donkere poortgang, de gevelbouw van het oude en statige front van het nieuwe stadhuis met het mooie klokkenspel, de Mariazuil op ’t midden van het plein ; dit alles vormt met de particuliere woningen één schoon geheel. Dichtbij verheft zich de oude Münchener dom (Frauenkirche); zijn twee eerwaardige torens (97 M.), met koperen helmen gedekt, zien over een groot deel der Beiersche hoogvlakte. In de kerk bevindt zich het grafmonument van Lodewijk van Beieren. Van het Mariaplein gaat men door de sierlijke Wein- en Theatinerstrasze N.-waarts naar ’t Odeonsplein, waar in ’t Zuiden de Veldheerenhal is en in ’t O. de koninklijke residentie.
Deze bestaat uit een tuin en paleizen in verschillenden stijl en tijd gebouwd. Schatten bevat het paleis aan fresco’s, kostbare gobelins en vooral aan allerlei kleinoodiën. Bij de Lodewijkstraat staat de triomfpoort (Siegestor), een navolging van die van Constantijn te Rome. Westelijk van het Odeonsplein ligt het Maximiliaansplein, het grootste van M., ook bijzonder mooi door plantsoen en de Wittelsbacher Brunnen (voorstellende het vernielende en bevruchtende element). Ten N. van het besproken deel liggen in plantsoenen : het grootsche bouwwerk der Propyleeën, die den weg naar Nymphenburg (een slot ten W. van M.) openen, de glyptotheek met haar schat van antieke beeldhouwwerken en de beide pinakotheken.
De oude pinakotheek bevat in haar oudere schilderkunst meer schoons. De Hollandsche is er goed vertegenwoordigd. Op twee eilandjes in de Isar verheffen zich het Duitsche en Alpinische Museum. In het eerste bevinden zich meesterwerken uit de natuurkunde en de techniek (afbeeldingen van bruggen, vliegtuigen, huizen, enz.). Stroomafwaarts liggen de Schackgalerij en het Beiersche Nationale Museum.