Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Mackensen (august von)

betekenis & definitie

Mackensen (August von), Duitsch (Pruisisch) legeraanvoerder, geb. in 1849, werd in 1900 generaal-majoor, nadat hij in ’t vorige jaar geadeld was, in 1903 lt.-gen. In den Europ. oorlog leidde hij een der legers aan ’t Oostfront, dat gedurende najaar 1914 in Polen streed. Voorjaar 1915 commandeerde hij het leger, dat, naar Galicië overgebracht, de doorbraak bij Gorlice bevocht en de Russen uit bijna geheel het Oostenr. gebied verdreef. Tot veldmaarschalk verheven werd hij geplaatst aan ’t hoofd der expeditie ter verovering van Servië, najaar 1915, welke in eenige weken was voltooid.

Een jaar later commandeerde hij het leger, dat het grootste deel van Roemenië, sedert Aug. 1916 aan de zijde der Geallieerden, veroverde, met de hoofdstad. Bij den wapenstilstand in ’t laatst van 1918 moest hij met zijn leger Roemenië ontruimen, waarop interneering in Hongarije volgde. Zelf moest hij daar nog geruimen tijd blijven, toen zijn troepen weder in hun land waren teruggekeerd, totdat dit ook hem vergund werd.

< >