Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Limes (latijn)

betekenis & definitie

Limes (latijn) - heetten oorspronkelijk openbare wegen, die tot grensscheiding van particulier eigendom dienden, later militaire wegen in het grensgebied, ten slotte — en zoo gebruiken de modernen dezen term — de versterkte grens van het Rom. Rijk. Tot c. 200 n. C. is de l. ingericht om een offensief tegen de barbaren te ondersteunen, het grensverkeer en de politiebewaking te regelen, later wordt hij een verdedigingslijn in verschillenden vorm.

In Engeland bouwden Hadrianus (zie aldaar) en Antoninus Pius een wal met gracht, in Germanië Hadrianus een reeks kleine forten, die door een gracht met palissaden borstwering verbonden zijn, in Arabië waren de limeskasteelen van steen, in Zuid-Duitschland (Raetia) en de Dobroedsja stond een onafgebroken steenen muur. Na 200 n. C. wonen de bezettingstroepen altijd in dezelfde garnizoensplaatsen (sedert Diocletianus heeten ze milites limitanei of riparienses). Het best bekend zijn de Engelsche en Duitsche gedeelten van den l.

Tot de laatste behoort de geheel gereconstrueerde Saalburg. De l. bleef grootendeels tot den val v. h. Westersch Rom. Rijk bezet. Zie o.a.

Cagnat-Chapot, Manuel d’Archéologie romaine, I 250—252.

< >