Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hadrianus

betekenis & definitie

Hadrianus - Adriaan, naam van zes pausen, waaronder de bekendste zijn: H. I (772—795), een Romein, die den strijd tusschen Franken en Langobarden gebruikte ten nutte v. d. paus. stoel. Door Desiderius, koning der Langobarden, in verlegenheid gebracht, riep H. Karel den Grooten te hulp. Deze ging 773 naar Rome, dwong Desiderius tot terugkeer, bevestigde en vergrootte de schenking van Pepijn v. 754.

Uit dankbaarheid voor een nieuwen krijgstocht tegen de Langobarden, zalfde H. Karel’s zonen Pepijn en Lodewijk tot koningen van Italië en Aquitanië. In den beeldenstrijd stond H. met het concilie v. Nicea (787) aan de zijde der beeldenvereerders, maar toen aan Karel den Grooten de acten van h. Concilie van Nicea gezonden werden en deze uit zijn naam in de zgn. „Libri Carolini” deze acten liet bestrijden, deed Hadrianus tegen deze „Libri Carolini” een zwakke wederlegging opstellen, die op Karel en zijn godgeleerden geen indruk maakte. H. bestreed ook een eigenaardige vernieuwing v. d. Nestoriaansche dwaalleer in het zoogenaamde Adoptianisme v. Elipandus v. Toledo en Félix v. Urgel.

H. IV (1154—59), de eenige paus van Engelsche afkomst. Eugenius III verhief hem tot kardinaal-bisschop van AIbano en gebruikte hem voor moeilijke missies. Als paus vond hij in Arnold v. Brescia een heftigen tegenstander. Het over Rome besloten interdikt dwong den Rom. Senaat Arnold te verbannen. Toen Frederik Barbarossa voor de keizerskroning naar Rome kwam, verlangde H. de uitlevering van Arnold.

Frederik gaf toe, hield zelfs te Sutri H. den stijgbeugel vast, waarop deze hem in de St. Pieterskerk kroonde (1155). Spoedig daarna geraakte H. met Frederik in onmin. Op den Rijksdag te Besançon 1157 werd een pausel. brief voorgelezen, die de keizerlijke waardigheid tot pauselijk leen (beneficium) verklaarde. De brieven van dezen paus zijn te vinden bij : Migne, Patrologia latina, dl. 96, 122,126,188.

Vgl. Langen, Geschichte der röm. Kirche bis Innocenz III (4 Bde., Bonn. 1881—93).

H. of Adriaan VI (1522—23), de eenige Nederlandsche paus, geb. 1459 te Utrecht als zoon van een scheepstimmerman, werd opgevoed door de broeders des gemeenenlevens, werkte aan de Universiteit te Leuven als professor, werd 1607 opvoeder v. d. lateren keizer Karel V, 1515 bisschop van Tortosa en Grootinquisiteur, 1517 kardinaal en 9 Jan. 1522 paus. Hij was overtuigd van de noodzakelijkheid eener doorgrijpende hervorming der Kerk in hoofd en leden, maar niet in den zin der Duitsche Reformatie, doch hij kon deze niet ten uitvoer brengen. Deze hervormingsplannen en zijn gestrengheid hadden hem den haat der Romeinen, vooral omdat hij een buitenlander was, op den hals gehaald, zoodat zij na zijn dood op de deur van zijn geneesheer schreven : „Den Bevrijder des Vaderlands”. Hij stierf 1523.

Vgl. E. von Höfler, Papst Adrian VI (Wien 1880) ; Lepitre, Adrian VI (Par. 1880) ; Nippold, Die Reformbestrebungen Papst H. VI (in Histor. Taschenbuch 5 Folge, Jahrg. 5, Leipz. 1875); H. Bauer, H. VI, Ein Lebensbild (Heidelb. 1876).