Lemnos - (of Limnos), eiland in het N. der Egeïsche Zee, behoorende tot de z.g. Thracische eilanden. Het eiland is een bijna geheel boomloos heuvelland. De Grieksche bewoners, ± 27.000, leven hoofdzakelijk van landbouw, voornaamste producten zijn koren, olijven, zuidvruchten en wijn.
De reeds in de oudheid bekende Lemnische aarde, een verweeringsproduct van trachiet, die een middel heet tegen slangebeet, wordt nog gewonnen. Het stadje heeft eenigen scheepsbouw, ± 2000 inw. — In den Balkanoorlog van 1912/13 werd L. dat vroeger tot Turkije behoorde, door Griekenland bezet, en bij de verdragen van Londen en Athene aan dit laatste land toegewezen. — In de oudheid eerst bewoond door Cariërs, dan door Thraciërs (Sinties), tusschen 800 en 700 v. C. door Grieken, dan 700-550 door wsch. uit Azië gekomen Tyrrhenen, eindelijk door Miltiades I, die uit de Chersonesus kwam, bezet, ± 512 v. C. Perzisch en 477 v. C. tot den Attischen zeehond behoorende. Het had de steden Myrina en Hephaestia en kwam later aan Macedonië, daarna onder Rome.