Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kwik

betekenis & definitie

Kwik, - kwikzilver, scheikundig element, symbool Hg, atoomgewicht 200, aan Theophrastus 300 jaar v. Chr. bekend, ten tijde van Plinius reeds als medicament beproefd, als hoedanig het evenwel eerst sinds Paracelsus, 16e eeuw, algemeen toepassing heeft gevonden. Door de alchemisten als wezenlijk bestanddeel van alle metalen beschouwd. Kwik komt in de natuur in geringe hoeveelheid gedegen voor, voorts als alliage met zilver, het amalgaam, als k. sulfide, k. sulfo-antimonide, k. selenide, k. telluride, als bestanddeel van sommige var. van tetraëdriet, als k. chloruur. Het is mogelijk dat het k. opgestegen is in den vorm van een dubbelsulfide van natrium en k., in denzelfden vorm waarin het nog voorkomt in den Steamboatsprings-geiser in Californië.

Het cinnaber werd uit zulk een opstijgende oplossing eerst afgezet in nauwe spleetjes, dichtbij de aardoppervlakteen niet op de groote diepte en bij de hooge temperatuur, waarop o. a. het tin afgezet werd of in breede gangen, als waarop lood en zijn begeleiders tot afzetting kwamen. De metallurgie is zeer eenvoudig. Door roosting, d. i. oxydatie door lucht bij verhoogde temperatuur, wordt het cinnaber omgezet in metallisch k. en SO2 en daar het eerste reeds bij 357° kookt, kan men het dan door eenvoudige verhitting uit het erts drijven. De roosting en verhitting gebeuren meestal in schachtovens. Men verhit het erts ook wel eens in retorten, maar moet dan kalk of metallisch ijzer toevoegen om het k. vrij te maken. Door afkoeling van de gassen, die uit den oven komen in pothuizen, steenen, houten of glazen kamers, condenseert het k. en kan dan opgevangen worden. Dit is het lastigste deel van de verwerking, daar men meestal maar weinig kwikdamp in een groote hoeveelheid andere gassen verkrijgt. Ook komen er dikwijls bij de verhitting allerlei destillatie-producten uit de brandstof mee over, die bij condensatie het k. verhinderen samen te vloeien.

Men verkrijgt dan de z.g. „stupp”, een roet- en teerhoudend product waarin het k. als metaal of als verbinding voorkomt. Door uitpersen of door destillatie, soms met kalk, bijv. in retorten, scheidt men hieruit het k. af. Het op een of andere manier uit het erts verkregen k. is direct vrij schoon ; het wordt in het groot door destillatie, in het klein, in het laboratorium, liefst in vacuum of door schudden met salpeterzuur of mercuronitraat gezuiverd. In zuiveren toestand is het een zilverwit metaal, met zwak blauwachtigen weerschijn. Het is het eenige, bij gewone temperatuur vloeibare metaal; in zeer dunne lagen laat het violet licht door. Het wordt vast bij —38,86° en kookt bij 357,26°, waarbij zich een kleurlooze damp vormt. Echter is het bij gewone temperatuur en zelfs bij zijn vriespunt merkbaar vluchtig. Het s.g. van de vloeistof is bij 0° 13,595.

Het vaste kwik heeft bij zijn smeltpunt een s.g. van 14,193 en vormt een op tin gelijkend wit zacht metaal. De zeer coherente vloeistofdruppels kunnen door schudden met een aantal vloeistoffen als water, terpentijn, olie, of oplossingen van verschillende zouten, als kaliumnitraat, door samenwrijven met vet, suiker of zwavel worden verdeeld en vormen dan een grauw poeder, door de alchemisten aethiops per se genoemd. Dit verschijnsel noemde men de extinctie van het kwik. Men past dit in de pharmacie toe bij het maken van kwikzalf. K. is onder de metalen een matig goede geleider van de electriciteit. Als de meeste andere metalen is het eenatomig. Chemisch staat het op de grens van de edele en nietedele metalen. Lucht en zuurstof werken bij gewone temperatuur niet in, evenals zoutzuur en verdund salpeterzuur.

In de warmte werken deze stoffen in onder vorming van kwikoxyde, resp. kwikzouten. Kwik is een goed oplosmiddel voor de meeste metalen. De oplossingen heeten amalgamen. Ijzer wordt echter moeilijk geamalgameerd en ijzeren kruiken dienen dus voor het vervoer van deze stof. Kwikdampen roepen ernstige vergiftigingen te voorschijn, evenals oplosbare kwikzouten. Hierop berust ook zijn antiseptische werking. K. vindt technisch toepassing tot het extraheeren van goud en zilver uit haar ertsen door vorming van amalgaan. Deze amalgamen dienen voor het in het vuur vergulden en verzilveren.

Het tinamalgaam diende vroeger tot het maken van spiegels. Meer samengestelde amalgamen vinden nog toepassing in de tandheelkunde als tandvulling. Voor electrische metingen, voor het maken van thermometers en pyrometers, als afsluitvloeistof bij gas-analytische onderzoekingen, wordt het kwik veelvuldig gebruikt, terwijl het in de chemische industrie als grondstof dient voor de bereiding van vermiljoen en tal van andere kwikzouten. Het komt in den handel in ijzeren flesschen waarin omstreeks 33,8 K.G. k. In 1913 was de wereldproductie 3969 ton (1000 K.G.), waarvan Spanje 1246, Italië 1004, OostenrijkHongarije 855, de Ver. St. 714, Mexico 150 ton leverde. De prijs was in 1913 omstreeks f 100, in 1917 omstreeks f 266 per flesch.