Kwijtschelding - (Lat. acceptilatio). Zij behoort tot de wijzen, waarop een verbintenis teniet gaat (1417 B. W.). — Zij wordt in hoofdzaak geregeld in artt. 1474—1479 B. W., terwijl ook artt. 1315, 1339, 1414 B. W. bepalingen omtrent kw. inhouden. Volgens art. 1474 mag kw. eener schuld niet worden verondersteld, maar moet ze bewezen worden.
Het feit der vrijwillige teruggave van een oorspronkelijk onderhandsch schuldbewijs door den schuldeischer aan den schuldenaar geldt als voldoende bewijs (1475). De teruggave van een in pand gegeven zaak is niet voldoende om de kw. der schuld te doen aannemen (1477).