Kosciuszko (thaddeus) - Poolsch vrijheidsheld, 1746-1817. K. werd uit een adellijk geslacht niet ver van Brest-Litowsk geboren. Hij werd opgeleid, eerst te Brest, daarna aan de militaire school te Warschau. De vernedering der eerste Poolsche deeling (1772) dreef hem het land uit, naar Frankrijk, waar hij, o.a. aan de école militaire te Parijs, zijn militaire studiën voltooide.
In 1776 trok hij naar Amerika, waar hij deel nam aan den vrijheidskrijg. Na het einde van den oorlog (1783) werd hij bevorderd tot brigade-generaal en kreeg hij van het Congres een pensioen. In Juli 1783 keerde hij van New-York naar Polen terug. Hij was een man van vooruitstrevende politieke overtuigingen geworden; de republiek was zijn staatkundig ideaal; opheffing van den verdrukten Poolschen boerenstand zijn naaste roeping door hem op zijn landgoed in praktijk gebracht. De oprichting van een staand leger van 100.000 man was een der eerste maatregelen. K. werd generaal-majoor en verleende op krachtige wijze zijn medewerking bij de organisatie van het nieuwe korps. Door Rusland, dat den oorlog begon, werd het zich oprichtend Polen ter neder geworpen; het nog weinig geordend leger bleek tegen de overmacht niet bestand. Na de onderwerping van Polen emigreerde K. naar Leipzig, waar hij met andere uitgewekenen plannen beraamde voor de verheffing van zijn vaderland.
Frankrijk, waarop hij het oog gevestigd hield, en dat hem (26 Aug. 1792) den titel van „burger van Frankrijk” schonk, was echter onmachtig om te helpen; Engeland, dat met Rusland een verdrag had gesloten, bleek onwillig iets te doen. K. begon nu aan de organisatie der Poolsche revolutie. In Maart 1794 vertoonde K. zich openlijk te Krakau, waar hij de revolutie afkondigde en het opperbevel, verbonden met de dictatoriale macht aanvaardde. Doel der revolutie was: „Vrijheid, Volledigheid en Onafhankelijkheid”. De Poolsche boeren werden vrij verklaard en opgeroepen tot den strijd. Toen echter Pruisen zich bij Rusland voegde, werd de zaak van Polen hopeloos. Op 10 Oct. 1795 kwam bij Maciejowice het einde; K. werd gewond en gevangen genomen. Een algemeen verbreide legende, die echter weinig waarheid bevat, legt hem hij zijn gevangenneming de woorden „Finis Poloniae!” in den mond.
K. werd naar St. Petersburg gevoerd, waar hij twee jaar in bewaring gehouden werd. Toen schonk de nieuwe czaar Paul I hem de vrijheid. K. verwierf eveneens de invrijheidstelling zijner medestrijders en tevens het verlof naar Amerika te gaan. Hij verbleef er slechts kort. Toen hem nl. in 1798 het bericht gewerd, dat zich in Frankrijk Poolsche legioenen vormden, die onder Bonaparte zouden strijden voor het herstel van zijn vaderland, keerde hij vol geestdrift naar Europa terug.
Dit enthousiasme bekoelde echter, toen K. bemerkte, dat Napoleon de Poolsche legioenen slechts voor eigen doel gebruikte, en niet van plan was iets voor Polen te doen. K. bleef ter zijde staan; zelfs toen door Nap. het hertogdom Warschau werd geschapen. Tijdens het Weener Congres vlamde nog eenmaal de oude hoop weer op. K. schreef czaar Alexander alle Poolsche landen te ver eenigen en zich zelf tot constitutioneel koning van Polen te proclameeren, maar hij werd opnieuw teleurgesteld. Ook een persoonlijk bezoek aan Weenen werkte niets uit: teleurgesteld ging K. naar Zwitserland, waar hij 15 Oct. 1817 te Solothurn overleed.