Brest - Hoofdst. van het arrond. B. en van het Fr. dept. Finistère; 90.000 inw.; ligt aan de N.-zijde van een diep landwaarts indringende baai, een z.g. rivière (ria), de Rade de Brest, die een prachtige natuurlijke haven vormt. Daarom en om zijn zeewaarts vooruitgeschoven ligging in het W. van het schiereil.
Bretagne is B. gemaakt tot een oorlogshaven en marinevesting van den eersten rang. De stad bezit twee havens n.l. de oorlogshaven aan den mond van de Penfeld, die na 1871 krachtig versterkt werd en de handelshaven van Portstrein, die voor schepen van alle grootte bij elk getijde toegankelijk is; toch beteekent het handelsverkeer weinig, ten gevolge van het gebrek aan een voldoend achterland. B. is amphitheatersgewijze gebouwd tegen twee heuvels aan; het is onregelmatig aangelegd en heeft steile, nauwe, vuile straten, op enkele beter gebouwde nieuwe wijken na. Rechts van de haven ligt de meest door zeelieden bewoonde voorstad Recouvrance. B. heeft een arsenaal, waar bijna 10.000 arbeiders werk vinden, een kweekschool voor de zeevaart, een opleidingsschool, een hydrographische school, een museum, een sterrenwacht, De industrie heeft vooral betrekking op de scheepvaart: touw, zeildoek, ankers, kettingen, instrumenten.
Ook is er belangr. visscherij; o.a. zijn er aan zee oesterparken; de voornaamste uitvoerartikelen zijn haver en visch, vooral naar Engeland en Spanje. Er is een Nederl. Consulaat. B. is het oude Gesocribate. De beteekenis als zeevesting heeft het vooral te danken aan Richelieu en Colbert.
