Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hoefdieren

betekenis & definitie

Hoefdieren - Ungulata, een algemeene naam voor een groot aantal meestal plantenetende zoogdieren, waartoe de grootste landdieren behooren. In lichaamsbouw komen groote verschillen voor, maar in den regel zijn de pooten lang en voor snelle voortbeweging ingericht, nooit echter tot klimmen, graven of grijpen. Oorspronkelijk waren de h. zoolgangers, maar in verband met de snelle voortbeweging ontwikkelden zich uit deze de teengangers; het aantal teenen (5) ging hierbij terug op 4, 3, 2 en 1. Het uiteinde der teenen is bekleed met een hoef, d. w. z. een groot gedeelte van den teentop, op welken het dier rust, is door een sterke huidverhoorning omgeven. — Men verdeelt de thans levende h. in 4 ordes, n.l. de Onparighoevigen, de Parighoevigen, de Klipdassen en de Slurfdragers, terwijl de Zeekoeien zich nauw aan deze ordes aansluiten. Naast deze zijn nog verscheidene uitgestorven ordes bekend.

< >