hoefdieren
hoefdieren - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hoefdier
Wiktionary (2019)
hoefdieren - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hoefdier
Getty Research Institute (1990)
hoefdieren - In vroegere classificaties benaming voor een grote stam zoogdieren die alle hoefdieren omvatte. Tegenwoordig zijn de betreffende soorten verdeeld over de orde Perissodactyla (onevenhoevigen) en Artiodactyla (evenhoevigen).
drs. L.A. Beeloo (1981)
zoogdieren waarbij de eindleden der tenen door hoeven omgeven zijn. Het zijn planteneters. Men onderscheidt onevenhoevigen (paard, neushoorn) en evenhoevigen (herkauwers en ook niet-herkauwers zoals b.v. varkens).
H. van de Werken (1969)
Het is een zeer heterogeen gezelschap dat men onder de naam hoefdieren heeft verzameld. Ze zijn uitgerust met dikke nagels die de toppen der tenen geheel omsluiten: de hoeven waaraan ze hun naam hebben te danken. Dit is vooral goed te zien bij de paarden en hun familieleden de zebra’-, en ezels. Een ander kenmerk is dat de meeste hoefdieren a...
Veerman (1954)
Hieronder verstaat men dieren, die aan het einde der ledematen, om het laatste teenkootje, van een hoef voorzien zijn. Alle landbouwhuisdieren behoren tot de hoefdieren.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. mv., algemene naam voor de dieren met hoeven ( Ungulata), verdeeld in 4 of 5 orden : de even- en de onevenhoevigen, de klipdassen, de slurfdragers (en de zeekoeien).
Winkler Prins (1949)
(Ungulata), groep zoogdieren, gekenmerkt door het bezit van hoeven, die het eindlid van de tenen omhullen. Men vindt verschillende vormen bij de Evenhoevigen (zwijn*, hert*, kameel*, rund*, nijlpaard*) en bij de Onevenhoevigen (Tapir*, neushoorn*, paard*), voorts bij Olifanten* en Zeekoeien*. H. zijn alle planteneters.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
{Ungulata) is de naam van een groep zoogdieren, waarbij het eindlid van de tenen omgeven is door een schoenvormige hoomvorming, hoef* genaamd. De meeste hoefdieren lopen op de toppen van de tenen (hoefgangers), zodat de hoef het steunvlak vergroot. De hoeven groeien zolang het dier leeft, zodat slijtage wordt gecompenseerd. Hoefdieren zijn s...
John Kooy (1933)
zoogdieren, verdeeld in evenhoevigen, onevenhoevigen, slurfdieren, klipdassen en zeekoeien.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: