Hervieu (paul) - Fr. schrijver, geb. te Neuilly-sur-Seine in 1857, overl. te Parijs in 1915. Achtereenvolgens, doch slechts korten tijd, was hij advokaat, ambtenaar aan een der ministeries en secretaris van het Fr. gezantschap in Mexico. Sedert 1881 hield hij zich uitsluitend bezig met letterk. arbeid. Zijn eerste roman, l’Inconnu (1886), beweegt zich op het gebied van de pathologische psychologie.
De volgende, b. v. Peints par eux-mêmes en l’Armature, spelen in de hooge kringen, waar H. de achter elegante vormen schuilende huichelaars, intriganten en schurken weet te ontmaskeren. Zijn natuurbeschrijving en in ’t algemeen alles wat men het decoratief element zou kunnen noemen, bepaalt zich tot het allernoodzakelijkste. Daarentegen geeft hij uitvoerige en nauwkeurige ontledingen van het gevoelsleven van zijn helden en heldinnen, waarbij hij voortdurend gebruik maakt van de ironie. H. is pessimist; zijn tafereelen zijn somber getint, sympathieke figuren komen niet voor. — Zijn tooneelwerken zijn in menig opzicht de voortzetting van zijn romans. In Les paroles restent (1892) trekt hij te velde tegen de kwaadsprekendheid en den laster, tegen de „cancanomanie”, die in vele kringen epidemisch heerscht. Les Tenailles (1895) en La Loi de l'homme (1897) zijn z.g. „pièces à thèse”. Zij behandelen het vraagstuk der echtscheiding. Daar hier bijzondere, op zichzelf staande gevallen op het tooneel gebracht worden, verliest de bewijsvoering natuurlijk een goed deel van haar kracht.
H.’s streven op dramatisch gebied heeft iets zeer merkwaardigs: bewust tracht hij het moderne tooneelspel zoo dicht mogelijk te brengen bij de klassieke tragedie van de 17e eeuw: in zijn stukken is de handeling eenvoudig; de tooneelen vloeien logisch ’t een uit ’t ander voort, de stijl is sober, de schrijver blijft op den achtergrond, zelfs de regel van de drie eenheden (plaats, tijd en handeling) wordt in acht genomen. In zijn latere stukken: la Course au flambeau (1901), le Dédale (1903), le Réveil (1905), Connais-toi (1909) en Bagatelle (1912) zijn het niet meer sociale problemen, die hij op de planken brengt, maar algemeene moreele waarheden en feiten, die hij met zijn scherpen blik in de hedendaagsche samenleving heeft waargenomen. Théroigne de Méricourt (1902) staat op zichzelf. Het is een poging om de ziel van de Revolutie tot uitdrukking te brengen. — Zie: Dr. Helene Burkhardt, Studiën zu Paul Hervieu als romancier und als dramatiker, Zürich, art. Institut Orell Fussli, 1917.