Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Mexico

betekenis & definitie

Mexico - republiek in N.-Amerika, feitelijk geheeten „de Vereenigde Staten van M.”(Estados Unidos Mexicanos); 1.987.200 K.M.2, 15.500.000 inw. — Natuurkundig moet onderscheid gemaakt worden tusschen het grootste deel, dat ten N. van de lage landengte van Tehuantepec is gelegen en tot N.-Amerika behoort, en het kleinere deel ten Z. van deze landengte, dat tot Midden-Amerika wordt gerekend. Beide hebben een groot schiereiland: Neder-Californië en Yucatan. Het N. wordt beheerscht door de Cordillera’s, die zich in een Oostelijk van 2900 M. en een Westelijke Sierra Madre van 3200 M. splitsen en een hoogvlakte omsluiten, waarvan het N. den naam Bolson de Mapimi draagt, het Z. bekend is als plateau van Anahuac. De vlakte is niet een geheel maar een aaneenschakeling van kleinere vlakten door bergruggen van elkaar gescheiden.

Tot de hoogste van deze behooren: de hoogvlakte van Toluca (2680 M.), Mexico (2280 M.) en Puebla (2170 M. ). Voor de Siërra Madre Oriental bevindt zich een laagvlakte, ontstaan door het puin, dat de rivieren van het gebergte in zee stortten. Zij is in het Z. niet meer dan 25 K.M., in het N. tot 100 K.M. breed. Het bergland is zeer vulkanisch. Reeds in den krijttijd zijn groote eruptiefmassa’s over het land uitgespreid en hebben menig lengtedal tot de tegenwoordige hoogvlakten met steenen, asch en lava opgevuld, terwijl zij bovendien den ertsrijkdom van het land verhoogden. Erupties, uit geologisch jongen tijd wierpen de tegenwoordige vulkaankegels op, die tot de geweldigste der aarde behooren en wier hooge toppen met sneeuw bedekt zijn, o. m. de Citlaltépetl (Sterberg) of Pico de Orizaba (5700 M.) in het O., Popocatépetl (Rookende berg) (5425 M.), Iztaccihuatl (Witte vrouw 5286 M.) en nog 5 andere tusschen 4 en 5000 M„ benevens 13 „kleinere” tusschen 3 en 4000 M. Zij vormen de steile helling naar het Z. en O. — Het Mexicaansche gedeelte dat tot Midden-Amerika behoort, heeft een jongvulkanisch gebergte en geen ertsen. Aardbevingen komen in geheel M. veelvuldig voor. — Klimaat. Daar M. tusschen 14° en 32° N.B. ligt bestaat er een groot verschil in temperatuur tusschen het vrijwel tropische Z. met een gem. jaartemp. van 30° en het N. dat vooral ’s winters koud is. Belangrijker is echter het verschil in temperatuur door verschil in hoogte veroorzaakt.

Men onderscheidt het Tierra caliente (heete land) tot 400 M. hoogte, tierra templada (gematigd) tot 1500 M., tierra fria (koud) boven 1500 M. De Tierra caliente is het regenrijkst van de 3 zônes, in het bijzonder aan de Z.-zijde waar de Z.W.-moeson van den zomer veel waterdamp aanvoert. Tot de droogste gedeelten behoort Yucatan en het kustgebied van de Golf v. Mexico, maar vooral de centrale hoogvlakte, die naar het N.W. steeds meer een woestijnkarakter aanneemt — Flora en Fauna. Door de groote verscheidenheid van bodem en klimaat, is er in M. ook groot verschil in planten- en dierenwereld. Op de heete kustvlakten, waar het bodemwater grootendeels brak is, overheerschen mangrove-bosschen, die landwaarts in plaats maken voor dichte oerwouden, met velerlei palmen, bamboe, lianen, epiphyten en weelderig onderhout. Deze bosschen bevatten tal van nuttige houtsoorten, o. a. mahoni-, ceder-, campèchehout. Hooger tegen de bergen op groeien eiken en andere zomerloofboomen, die opwaarts overgaan in naaldwouden en tenslotte in weiden. Op de hoogvlakten bestaan de beste gedeelten uit savannen en steppen, maar de werkelijk zeer droge gebieden zagen enkele specifiek Mexicaansche planten, gehard tegen groote droogte en fellen zonneschijn, tot ontwikkeling komen. Hiervan zijn het meest bekend de opuntiën (cactussen) en de agaven, die sedert de 16e eeuw in het Middellandsche zeegebied voorkomen.

Wat de fauna betreft komen in het tropische laagland van het Z. de Mex.-Middelamerikaansche dieren voor, o. a. vele Zuidamerikaansche, terwijl het N. meer overeenkomst vertoont met Arizona en Nieuw-Mexico van de Unie. Als typische tropische dieren dienen vermeld: jaguar, puma, neusbeer, gordeldier, tapir; als hooglandtypen: zwarte- en waschbeer, luchs en stinkdier. — Rivieren. De rivieren, die naar den Atlantischen Oceaan stroomen, hebben het meeste water en het regelmatigste verval. De belangrijkste is de grensrivier Rio Grande del Norte, die bevaarbaar wordt, wanneer ze de Rio de los Conchas heeft opgenomen. Bevaarbaar zijn ook de Panuco, Grijalve en Rio Hondo. De rivieren van de W.-zijde hebben òf te groot verval, òf te weinig water om voor de scheepvaart te kunnen dienen. De rivieren van het binnenland zetten in den korten regentijd hun oeverlanden onder water, maar drogen op in den zomer; de meeste verdwijnen in den bodem of komen uit in zoutmeren. Voor de irrigatie zijn zij van belang. — Bevolking.

M. werd oorspronkelijk bewoond door Indianen, die zelfstandig een vrij aanzienlijke hoogte van beschaving hebben weten te bereiken, zoowel op sociaal, staathuishoudkundig, religieus als litterair gebied. Naast tal van kleine staatjes als die der Zapotheken, Chiapas en Tabasco, ontwikkelden zich twee groot-machten, die ook verreweg boven de anderen in beschaving uitstaken: a. het Maja-rijk in Yucatán met Mayapàn als hoofdstad; b. het Aztekenrijk op het plateau van Anahuac met Tenochtitlan (tegenwoordig stad Mexico) als hoofdstad. Toen de Spanjaarden in 1519 onder leiding van Cortez het land betraden, was het Maja-rijk reeds uiteen gevallen (in 1446) en in 1521 onderwierpen zij het Azteken-rijk. Reeds in 1550 was geheel M. benevens groote aangrenzende deelen van de tegenwoordige Unie door de Spanjaarden veroverd. Zij noemden hun nieuw gebied: Nueva Espana = Nieuw Spanje. Veldheeren en geestelijken verkregen uitgestrekte landerijen (encomiendas), de Indios (= Indianen) werden vrijwel tot slaven gemaakt. Door de talrijkheid van deze Indios is de invoer van Negerslaven, hoewel aanzienlijk, niet zóó groot geweest, als elders in Amerika vaak het geval was. Weldra ontstonden als 4e element in de bevolking door kruising van Blank, Rood en Zwart, Mestiezen, Mulatten of Zambos.

Onder de Blanken werd ook wettelijk een scherp onderscheid gemaakt tusschen degenen, die in Spanje en die in M. geboren waren: de z.g.n. Criollos of Creolen. In den loop van de 19e eeuw, na de afscheiding van Spanje in 1821, is in de maatschappelijke verhouding der 4 volksgroepen heel wat verandering gekomen. De Blanken zijn wel in hoofdzaak de ondernemers en fabrikanten gebleven, maar het zijn meer de vertegenwoordigers van de Germaansche volken, die de hoogste plaatsen innemen, dan de oude Spanjaarden; vooral de invloed van de Amerikanen is groot. De Indianen zijn meest arbeiders geworden in dienst van groote ondernemers, evenals de kleurlingen. Sommige van hen bleven in afgelegen streken vasthouden aan hun primitief leven, terwijl juist verschillende kleurlingen zich op wisten te werken tot zelfstandige boer, of industriëel, of een betrekking zich veroverden in stads- en staatsbestuur. De meest energieke der presidenten van M., Porfirio Diaz, was een Mesties. De Mexicaansche bevolking bestaat thans voor 19 % uit Blanken, voor 38 % uit Indianen en voor 43 % uit kleurlingen. Van de in M. wonende vreemdelingen zijn 30.000 Spanjaarden, 29.000 Amerikanen, 22.000 uit Guatemala, 5500 Britten, 5000 Franschen, 14.000 Chineezen. — M. is een overwegend Roomsch-Katholiek land ; er zijn nauwelijks 70.000 Protestanten, 35.000 van andere godsdiensten en 26.000 niet aangesloten bij een kerkgenootschap.

Het onderwijs, meest zaak van elk. staat afzonderlijk, is in het algemeen nog heel achterlijk. Eerst in 1910 werd in de hoofdstad M. een Universiteit gesticht. — De bevolking is het meest in steden opeen gehoopt in het Z. van het centrale hoogland: de hoofdstad Mexico (471.000), Puebla (96.000), San Louis Potosi (68.000), Leon (57.700), Monterey (73.600), Aguascalientes (45.200). enz. Aan de kust van den Atlantischen Oceaan ontwikkelden zich ondanks het ongunstige klimaat enkele belangrijke haven- en handelssteden o. m. Merida (62.500), Vera Cruz (48.700) en Tampico. De steden aan den Stillen Oceaan zijn aanmerkelijk kleiner. Vermelding verdient nog de mijnbouwstad Guadalajara (120.000) benevens Morelia (40.000) — Inheemsche bevolking; zie AZTEKEN, INDIANEN, MAJA. — Middelen van bestaan. Landbouw is nog steeds een der hoofdmiddelen van bestaan. Het klimaat veroorlooft zoowel den verbouw van tropische en subtropische gewassen als dien van de gematigde streken. Hoofdproduct is mais, met boonen het volksvoedsel, maar ook andere korensoorten gedijen, evenals de bataten.

Van de subtropische en tropische gewassen zijn belangrijk : het suikerriet, waarvan de cultuur door hooge invoerrechten wordt begunstigd, van sinaas- en oranje-appelen, van koffie, cacao en tabak, eerst sedert 1868 op groote schaal gedreven door geïmmigreerde Cubanen, terwijl M. steeds belangrijker wordt als producent van katoen en vooral van rubber. Bijzondere vermelding verdienen de sisal-cultuur op Yucatan, benevens de agavensoorten, waaruit de „pulque”, de volksdrank, wordt verkregen. Het belangrijkste landbouwgebied is Vera Cruz, de eerste staat voor koffie, suikerriet, bananen en rubber. De landbouw ondervindt veel hindernis door de droogte in vele streken, het groot-grondbezit, waardoor groote latifundiën braak liggen of verwaarloosd worden, de ouderwetsche landbouwmethoden, de onveiligheid en de slechte verkeerswegen, maar vooral door het ontbreken van de noodige geschikte en werkwillige arbeidskrachten. Een zeer kleine verbetering kwam hierin tot stand door kolonisatie van Mormonen in Chihuahua. Thans is niet meer dan 1/300van het land in cultuur gebracht. — Van de veeteelt is de teelt van runderen, paarden, schapen, geiten en bijna alle andere Europeesche huisdieren van belang. Eigenaardig is echter de teelt van de cochenilleluis op de opuntiacactus, die vroeger in Oaxaca belangrijk was, maar bijna verdwenen is door de Duitsche kleurstoffennijverheid, welke ook een einde heeft gemaakt aan de vroeger hier belangrijke indigocultuur. Groote vooruitgang valt te constateeren in de zijdeteelt, terwijl de Staat veel honig oplevert, voornamelijk weer uit Vera Cruz. — Van veel meer beteekenis is echter de mijnbouw, die in 24 van de 31 staten wordt bedreven, het meest in het N.W., in den staat Sonora bovenaan.

De mijnbouw alleen levert ⅔ op der totale waarde van den uitvoer van het geheele land. ’t Belangrijkste mijnbouwproduct was tot voor kort zilver. M. is het eerste zilverland der aarde, dat ongeveer de helft der wereldproductie oplevert en bijzonder profiteerde van de stijging der zilverprijzen in de laatste jaren; vóór den oorlog bedroeg de opbrengst per jaar ongeveer 110 millioen gulden ; beroemde velden zijn de Veta Madre in Guanajuato en de Veta Grande in Zacatecas. Als goud-producent staat M. op de 5e plaats der aarde, terwijl verder belangrijk zijn: koper, ijzer, lood, zink, kwikzilver, antimonium, tin, nikkel, steenkool, enz. Zeer snel is M. van beteekenis geworden als petroleum-producent. M. brengt daardoor 1/7 van de wereldproductie op en is het derde petroleumland der aarde geworden, door de abnormale omstandigheden in Rusland thans zelfs het tweede land.

Als eerste producent moet genoemd worden de Mexican Petroleum Co., daarna de Mexican Eagle en de Standard Oil. De Nederlandsche belangen in M. zijn door de petroleum-exploitatie bijzonder groot. Petroleumhaven is Tampico. — Op industrieel gebied beteekent M. nog bedroevend weinig in vergelijking met den rijkdom aan ruwe stoffen, die landbouw, veeteelt en mijnbouw opleveren. Er zijn enkele suikerfabrieken, meest zeer primitief, groote ertssmelterijen, die echter ook zelden modern zijn ingericht. Het sterkst heeft zich de katoen-industrie ontwikkeld, de fabrikage van sigaren en sigaretten, benevens de destilleerderijen.