Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Verzoening

betekenis & definitie

Verzoening - het wegnemen van de door de zonde ontstane scheiding tusschen God en mensch. Volgens het Christendom draagt zij het karakter van Verlossing en is zij teweeg gebracht door Christus, zijn verschijning, persoon, leven, werk, in zooverre Hij God en mensch tot elkander brengt als vader en kind. Zij onderstelt de betrekking tusschen God en mensch, als van schepper-schepsel, vaderkind, als verbond, maar dit verbroken. Het herstel gaat van God uit, als betoon van liefde, d. i. genade.

Het is echter niet willekeurig, maar zóó, dat de schuld wordt weggenomen, doordat zij gelost wordt : dit is de zin van het kruis, de Voldoening, waarbij God echter niet tot andere, liefderijke gedachten wordt gebracht, want Hij beschikt alles. Behalve het herstel van de betrekking tusschen God en mensch, objectief, moet ook, subjectief, de gezindheid van den mensch veranderen en deze zich tot God bekeeren, Gods genade berouwvol aannemen. De v. wordt op verschillende wijze opgevat :

1) z.g. juridisch of forensisch : Christus voldoet voor den mensch ;
2). moreel : Christus geeft een voorbeeld aan den mensch ;
3) mystisch : Christus vereenzelvigt zich met den mensch.

Al deze pogingen zijn, elk voor zich, eenzijdig. Zij trachten enkel iets uit te drukken van het mysterie van schuld en boete, vergeving en genade, lijden en mede-, plaatsvervangend lijden. De vraag is gesteld, of de v. allen menschen geldt ; óf allen, die op eenige wijze in aanraking komen met het Christendom ; óf. alleen den waren geloovigen. Zie UNIVERSALISME, PARTICULARISME. Litt. : M. Kâhler, Zur Lehre der Versöhnung (Dogm. Streitfragen 2, 1898) ; A. Blink Kramer, Verzoening (1918) ; H. Rashdall, The Idea of Atonement in Chr. Theology (Bampton Lect., 1919).