Wat is de betekenis van Piëteit?

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Piëteit

[Lat. pietas, van pius = handelend volgens plicht en liefde, zorgzaam (voor kinderen), eerbiedig (t.o.v. ouders), vroom, braaf] kinderlijke liefde; vroomheid; verering; eerbied spec. voor overledenen, oude instellingen e.d.

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Piëteit

vroomheid; eerbiedige herinnering; verering

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

piëteit

vroomheid; verering.

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Piëteit

vroomheid; eerbied; kinderlijke gehechtheid ; ontzag voor ouderen en beteren

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Piëteit

(<Fr.<Lat.), v., mv. ongew., vroomheid, verering; inz. kinderlijke liefde tot de ouders; liefdevolle gedachtenis: uit piëteit iets doen of laten.

2024-04-28
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Piëteit

(Lat. pietas), verering, liefdevolle gedachtenis (vooral van overledenen), eerbied jegens oude instellingen, gebruiken enz.

2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

piëteit

v. vroomheid, kinderlijke liefde en eerbied vooral jegens overledenen, of ook Jegens oude instellingen, gebruiken, gebouwen, enz.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

piëteit

v. (Fr. [Lat. piëtas v. Lat. pius = vroom]: vroomheid; verering; kinderlijke liefde, eerbied jegens overledenen, oude gebruiken enz., liefdevolle gedachtenis).

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Piëteit

eerbiedige houding tegenover goddelijk of menschelijk gezag.