Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Harmonie

betekenis & definitie

Harmonie (Grieksch: overeenstemming), de juiste verhouding der deelen van het geheel, de samenwerking van elementen tot een schoon en goed geheel. Zij kan zijn; aesthetisch (samenwerking van aanschouwelijke elementen), ethisch (overeenstemming van verschillende aandriften, doeleinden enz. in de eenheid eener persoonlijkheid), sociaal (van individuen en hun strevingen in de eenheid eener gemeenschap). De term h. wordt in de wijsbegeerte veel gebruikt.

Volgens Heraklitus bewerken de tegenstellingen in de wereld een harmonie, als die van boog en lier. Deze wereldharmonie speelt ook een groote rol bij de Stoïci, Paracelsus, Kepler, Bruno, Herder, Swedenborg e. a. De Pythagoraeërs leeren, dat de om het centrale vuur zich bewegende hemellichamen een harmonisch geluid zouden voortbrengen (harmonie der sferen), dat wij echter door de gewoonte niet meer zouden gewaarworden. Over de gepraestabileerde harmonie, zie LEIBNIZ. — In de muziek beteekent h. voor de oude Grieken de toonladder; in latere tijden — 17e eeuw —had het woord de beteekenis van akkoord.