Bouwmeester (Frederik Adrianus Louis), Nederl. tooneelspeler, musicus en regisseur, geb. 1846, overl. 1906, vervulde op 10-jar. leeftijd kinderrollen (Rotterd. Schouwburg), kreeg door bemiddeling van zijn leermeester, L. T. J. Rozenveldt, een engagement aan het Vlaamsche Theater te Antwerpen, maakte vervolgens een tiental jaren deel uit van het Salon-des-Variétés-gezelschap onder directie van Boas, Judels en Bouwmeester, was toen vijf jaren zelf directeur van een gezelschap, dat te Rotterdam in den nieuwen schouwburg speelde, aanvaardde daarna een engagement bij het Nederl. Tooneel, volbracht vervolgens als violist een toumée door Europa (Frankrijk, Duitschland, Rusland, Engeland), was voorts een twaalftal jaren regisseur aan den Vlaamschen Schouwburg te Antwerpen, was eindelijk een jaar verbonden aan het gezelschap Le Gras en Haspels, en sinds 1896 eerste acteur, artistiek en bestuurder van het Tivoli-gezelschap te Rotterdam.
Onder de vele rollen, die hij uitbeeldde, zijn de voornaamste Lodewijk XI in Gringoire, Krelis Louwen, Napoleon I, François in De Zwerver, Hein Meursing in De Werkstaking. In 1905 verbond hij zich aan het gezelschap Brondgeest, dat een tournée door Ned.-Indië maakte. Hij overleed kort na zijn aankomst aldaar.