Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Aria

betekenis & definitie

Aria - Tegenwoordig verstaat men onder a. een zangstuk voor ééne stem, met begeleiding van orchest. Het kan zijn een gedeelte van een Oratorium eene Opera, eene Mis, eene Cantate; het kan ook zijn eene, speciaal voor de voordracht in concerten geschreven, Concert-a., een geheel zelfstandig stuk. Het karakter van de a. is in zijn wezen volstrekt lyrisch, d. w. z. het is eene gevoels- of gemoedsuiting. De Kerk-aria (Aria da chiesa) is een stuk van godsdienstig-vromen aard en strekking.

Een bijzondere vorm van a. is de Da-Capo A., zooals Bach, Haendel en hunne tijdgenooten ze schreven. Haar kenmerk is: een uitgebreid, levendig eerste gedeelte, met vele tekstherhalingen; daarna een stuk van rustiger karakter, en ten slotte eene volledige herhaling van het eerste gedeelte. De a. heeft eene lange ontwikkelingsgeschiedenis gehad. Aanvankelijk was de beteekenis van het woord dezelfde als die van Lied. Toen de componisten solozangnummers gingen schrijven, waarvan de geestelijke inhoud sterk afweek van dien der eenvoudige dansliederen, kwam ook de nieuwe naam, die het onderscheid aanduidde, meer in zwang. De a. is te beschouwen als een der meest directe uitvloeisels van de nieuwe richting i. d. muziek, van de Monodie.

Langzamerhand kreeg zij ook hare plaats i. d. Kerk-Cantate en i. h. Oratorium. Het hoogtepunt in hare ontwikkeling bereikte de a. in den Dacapo-vorm, volgens het schema A. B. A. Toen de a. steeds meer ging dienen om de virtuositeit van de uitvoerenden te toonen, begon ook de periode van haar verval. Sedert de beginselen van Wagner ingang gevonden hebben, is de a. een verouderd begrip geworden, maar in menig modem dramatisch werk komen lyrische passages voor, die geheel het karakter eener a. hebben. Men onderscheidt een aantal soorten: de Opera-a., die hare plaats vindt als lyrische gevoelsuiting in de opera; de Concert-a. die in ’t bijzonder voor de voordracht in concerten bestemd is; de Bravoure-a. (Aria di Bravura), die alleen de bedoeling heeft den uitvoerende te laten schitteren. Veelal treedt een der instrumenten uit het orchest naar voren om, met den zanger of zangeres wedijverend, eene solo-partij uit te voeren. (Bach en Mozart hebben eene aantal a.’s geschreven met obligaat viool, fluit, hobo, fagot of andere partijen).