Arcadius (Flavius), oudste zoon van Theodosius den Groote, ± 377 geb. in Spanje; hij beklom op 18-jarigen leeftijd den troon van het Oostersch-Romeinsch keizerrijk, terwijl zijn broeder Honorius in hetzelfde jaar de heerschappij over het Westersch-Romeinsche rijk aanvaardde; zijn vertrouweling was de reeds door Theodosius tot zijn minister benoemde Galliër Rufinus, na wiens dood achtereenvolgens Eutropius, Gaenas en de keizerin Eudoxia, vrouw van den zwakken keizer, de teugels van het bewind voerden. Eutropius regeerde in plaats van Arcadius van 395—399 en huwde den keizer uit aan Eudoxia, de dochter van een Frankisch opperhoofd. Terwijl Eutropius zich om de verdediging der grenzen weinig bekommerde en aan de Goten woonplaatsen afstond, doch den dapperen Stilicho daarentegen vervolgde, heerschte hij van binnen met gruwzame gestrengheid, totdat, een oproer den keizer noodzaakte, om den gehaten minister te ontslaan, die spoedig daarop een geweldadigen dood stierf.
Nu regeerde Eudoxia in naam des keizers met dezelfde strengheid als Eutropius, totdat zij in het jaar 404 overleed, alleen betreurd door den aan haar ondergeschikten Arcadius. Zoo weinig nam de keizer deel aan de regeering, dat men geen enkelen door hem voorgestelden of uitgevoerden maatregel kan opnoemen.