Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Albertus

betekenis & definitie

Albertus - Aartshertog van Oostenrijk, geb. 15 Nov. 1659, overl. 13 Juli 1621 te Brussel, zesde zoon van keizer Maximiliaan II; op 11-jarigen leeftijd kwam hij aan het hof van koning Philips II van Spanje, waar hij zijn opvoeding voltooide. In 1577 benoemde paus Gregorius XIII hem tot kardinaal; in 1695 verkreeg hij het aartsbisdom Toledo. In 1583 benoemde de koning hem tot onderkoning van Portugal, welke waardigheid hij bekleedde tot 1595, toen Philips II hem het stadhouderschap over de Nederlanden opdroeg, waar hij Jan. 1596 aankwam; eerst keerde hij zich nu tegen Frankrijk, dat met Spanje in oorlog was, belegerde Calais en dwong deze stad tot overgave, berende daarop Hulst, hetwelk op 18 Aug. 1596 bij verdrag aan hem overging, doch zag zich toen door een geest van muiterij onder zijn Hoogduitsche troepen tijdelijk tot werkeloosheid gedoemd; maar daar hij in Frankrijk weinig steun vond, zocht hij vrede te sluiten, die dan ook 2 Maart 1598 te Vervins tot stand kwam. Eenige dagen later (6 Mrt.) droeg Philips II zijn rechten op de Nederl. gewesten over op zijn oudste dochter Isabella en gaf voorts blijken van zijn voornemen haar met Albertus in het huwelijk te doen treden.

Albertus huwde met Isabella 18 April 1599 te Valencia, en in het najaar kwam het jonge paar in de Nederlanden aan. Albertus had spoedig met muiterij onder zijn troepen te kampen, waardoor een groote verwarring in de Zuidelijke gewesten begon te heerschen, waarvan de Staten partij zochten te trekken door prins Maurits naar Vlaanderen af te zenden om Duinkerken te veroveren en den vijand daarmede een belangrijke toevoerhaven te ontnemen, en tegelijkertijd een einde te maken aan de kaperijen, van uit die haven ondernomen. Albertus, daarin krachtig bijgestaan door zijn energieke gemalin, wist nog tijdig zijn muitende soldaten tevreden te stellen, waarop hij met grooten spoed Maurits tegemoet trok; bij Nieuwpoort ontmoetten de legers elkaar; in den verwoeden strijd, die 2 Juli 1600 volgde, werd Albertus echter geheel verslagen en verloor meer dan 6000 man aan dooden. In 1601 sloeg Albertus het beleg voor Ostende, dat door de Staatschen drie jaren lang werd verdedigd, doch eindelijk, toen het in puin geschoten was, werd overgegeven aan A.’s veldheer, Spinola. De daarop volgende jaren brachten hem echter weinig voorspoed in den oorlog en in 1607 stemde Albertus toe in een wapenschorsing, waaruit het Twaalfjarig Bestand voortvloeide. Toen het huwelijk met Isabella kinderloos bleef, trok Philips III de macht weer tot zich en liet zich in 1616 als landsheer huldigen.

Albertus was een vroom man, die aan de orden veel invloed verschafte. Een sterke toeneming van Katholieken geloofsijver is onder zijn bestuur waar te nemen. Hij ligt begraven in St. Gudule te Brussel. Isabella overl. 1633; haar lijk werd 1650 naast dat van haar gemaal bijgezet.