Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Brussel

betekenis & definitie

Brussel - (Bruxelles), hoofdstad van het koninkrijk België en van de prov. Brabant. De stad bestaat uit het oude B. (176.000 inw.), omgeven door de voorsteden Laeken (38.000 inw.), Schaerbeek (90.000 inw.) in het N.; St.-Josse-ten-Noode (32.000 inw.) in het O.; Ixelles (82.000 inw.) en Etterbeek (35.000 inw.) in het Z.O.; St.-Gilles (67.000 inw.), Uccle (29.000 inw.) en Forest (27.000 inw.) in het Z.; Anderlecht (68.000 inw.), Molenbeek-St.-Jean (76.000 inw.) en Koekelberg (13.000 inw.) in het W. Het geheele stadscomplex heeft 757.000 inw.; het oude B. wordt meer en meer „city”, terwijl de voorsteden de eigenlijke woonplaatsen zijn. Stad en voorsteden vormen alle afzonderlijke gemeenten. — De stad ligt in het centrum van België, in de vlakte en tegen de hellingen van het Senne-dal.

Zij is middelpunt van het dichte spoorwegnet en is niet alleen met alle deelen van België, maar ook van geheel Europa verbonden. B. is o. a. het kruispunt der wegen Engeland-Ostende-Luik (resp. Namen), Duitschland en Zwitserland en den weg Nederland-Bergen-Parijs. — Het kanaal van Willebroeck, dat voor kleine zeeschepen bevaarbaar is, verbindt B. met de Rupel, resp. Antwerpen; een ander kanaal met de industrie- en kolenstreken van de Sambre. Het is een zeer schoone stad, in een mooie omgeving, die zoowel als cultuurcentrum als om het vroolijke leven door tal van vreemdelingen bezocht wordt. Het is verdeeld in een boven- en benedenstad. De laatste, met grootendeels Vlaamsche bevolking, heeft bochtige, nauwe straten; middelpunt is de beroemde Groote Markt (Grande Place); dwars er door heen stroomt de Senne, die echter geheel overwelfd en nu onder een lange reeks breede winkel- en caféstraten, de z.g. „boulevards” verborgen is. Steile, drukke winkelstraten verbinden de benedenstad met de voorname ruim gebouwde bovenstad, waar bijna uitsluitend Fransch gesproken wordt.

De oude vestingwerken, waarbuiten de b. g. voorsteden liggen, zijn in breede lanen („Avenue’s”) herschapen. Eveneens daarbuiten, in het 0., ligt het voorname, nieuw aangelegde Quartier-Léopold. Centrum van de bovenstad is het 13 hectaren groote Park, waaromheen het Koninklijk Paleis en de regeeringsgebouwen gelegen zijn. In het Z.O. ligt het Bois-de-Cambres, waaraan het Soniënbosch verbonden is en waar de „Avenue Louise” naar toe leidt. B. is rijk aan fraaie openbare gebouwen, zoowel oude, als moderne. Tot de oude behooren het beroemde, in BourgondischGotischen stijl gebouwde Stadhuis, met een 118 M. hoogen toren, het eveneens Gotische Broodhuis of Maison du Roy, waar Egmond en Hoorne den nacht vóór hun terechtstelling doorbrachten en de talrijke, druk versierde, in de 17e eeuw gebouwde gildehuizen, alle gelegen aan de Groote Markt. Onder de Gotische kerken: de in de 12de eeuw begonnen St.-Gudula, de St.-Catharine-kerk, enz. Andere oude gebouwen zijn de Porte de Hal, enkele paleizen van den ouden Nederlandschen adel, zoo als het nu als verkoophuis dienende Hôtel van Ravesteijn, het Paleis van Nassau (nu paleis der Académie), het eertijds door den Graaf van Egmond bewoonde paleis van den Hertog van Aremberg, enz.

Onder de nieuwere gebouwen onderscheidt zich vooral het geweldige en grootsche, door Poelaert gebouwde Paleis van Justitie, met zijn 93 M. hoogen koepel en gebouwd op een terras, vanwaar het de geheele stad beheerscht. Verder het niet fraaie Koninklijk Paleis, de regeeringsgebouwen, de beurs, het postkantoor, de kerken St.-Jacques-sur-Caudenberg en de St.-Marie-de-Schaerbeek, de kerk van Laeken, enz. Zeer talrijk zijn de monumenten en standbeelden; wij noemen de 47 M. hooge Congreszuil, met een standbeeld van Leopold I, dat van Godfried van Bouillon op den Caudenberg (place Royal), de standbeelden van Egmond en Hoorne en der andere groote figuren uit het voorspel van den Tachtigjarigen oorlog op den Petit Sablon; „Manneke-Pis”, enz., enz. Van de vele musea: die van oude en moderne schilderkunst, van kunstnijverheid en oudheden in het Pare du Cinquantenaire, van oude wapenrustingen, enz. m de Porte de Hal, van palaeontologie en natuurlijke-historie in het Pare Leopold, van op B. betrekking hebbende oudheden in het Broodhuis, het Musée Wiertz, den Botanischen Tuin, enz. Onder de vele inrichtingen van hooger onderwijs is de Vrije Universiteit de voornaamste (1911/12 918 studenten); er aan verbonden zijn verschillende speciale seminaria. Ook is er een Academie van Schoone Kunsten, een rijke openbare bibliotheek, enz. — B. is, als hoofdstad van België, in de eerste plaats residentie en zetel van de centrale regeering, van het Corps diplomatique en van een talrijke aristocratie; ?t is dus vooral luxestad; daarnaast is er een uitgebreide geldhandel en vindt men er de besturen van talrijke financieele en industrieele ondernemingen. De handel betreft voorn, klein- en luxe-handel; de vrij aanzienlijke industrie levert o. a. kant, tapijten, meubels, rijtuigen. Er is een Nederl. consulaat. — Brussel (Broxella, waarschijnlijk Broekselle = moeraswoning) werd het eerst genoemd in 870, bij het Verdrag van Meersen.

Als huwelijksgift van Gerberge, zuster van Otto I, kwam het aan hertog Gisilbert van Lotharingen. Hun kleindochter huwde met Graaf Lambert van Leuven en bracht het aan het Huis der graven van L. Hertog Jan I van Brabant (1251—59) maakte het tot zijn residentie. In de middeleeuwen, vooral na den dood van Jan III (1383), had de stad veel van burgertwisten te lijden, maar kwam weer tot rust en bloei onder het krachtig bestuur der Bourgondische hertogen. Karel V maakte er de hoofdstad der Nederlanden van en vestigde hier de centrale regeering. Ook na den algemeenen opstand der Nederlanden tegen Spanje in 1576 bleef het dit voorloopig; toen echter de Spaansche macht weer meer veld won, werd de residentie naar Antwerpen verplaatst.

Na den moord op den Prins van Oranje gaf B. zich aan Parma over (10 Maart 1685) en werd weer zetel der regeering der Zuidelijke Nederlanden, wier lotgevallen het verder deelde. Voor de Unies van B. zie onder UNIE. In de jaren 1789 en 1830 was B.het tooneel van een opstand, resp. tegen het Oostenr. en het Nederl. gezag. Zie hiervoor BELGIË (Geschiedenis) en NEDERLAND (Geschiedenis).