Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Adalbert

betekenis & definitie

Adalbert - (1045—72), uit het geslacht der paltzgraven van Saksen, sedert 1045 aartsbisschop van Hamburg en Bremen, tot welker diocese het geheele Scandinavische Noorden tot IJsland en Groenland toe en het Noordoostelijke Slavenland behoorde; A. heeft te vergeefs getracht zijn geestelijk gebied tot een Noordelijk patriarchaat te maken en voor het Duitsche rijk te winnen. Zijn loopbaan ontwikkelde zich nl. meer in staatkundige richting, toen in 1063 de Duitsche vorsten de leiding der rijksaangelegenheden in zijne handen legden en hij kort daarop den jongen Koning Hendrik IV aan de voogdij van bisschop Hanno van Keulen wist te ontrukken. Zijn pogingen evenwel, om de rechten van het koningschap tegenover de machtige rijksvorsten te verdedigen, brachten hem tijdelijk ten val en deden zijn streven, om de Wenden aan de Oostzee te bekeeren, weer mislukken. Wel kreeg hij in 1069 zijn macht aan het hof weer terug, maar reeds in 1072 stierf A. te Goslar; zijn leven is beschreven door zijn vriend Adam van Bremen.

< >