Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Bremen

betekenis & definitie

Bremen - 1) Stadsrepubliek, vrije Hanze-stad en bondsstaat van het Duitsche Rijk, bevat de stad Br. met het omgevende land (meest ingepolderd „Marsch”d.w.z. kleiland) en de exclaven Vegesack en Bremerhaven, te samen 256 KM2, en 313.500 inw., waarvan ruim 87 % Protestant. De omgangstaal der bevolking is het plat-Duitsch. Slechts een zeventiende deel behoort tot de plattelandsbevolking. Het land is verdeeld in 20 gemeenten.

De uitvoerende macht berust bij een senaat van 16 leden, de wetgevende bij de „Bürgerschaft” van 150 leden. Deze laatste wordt gekozen door de in klassen verdeelde burgers, waarvan bijna de helft door de kooplieden en industrieelen en de overige door de andere burgers. Bürgersch. en Senaat kiezen de Senatoren, waarvan ten minste 10 rechtsgeleerden en 3 kooplieden moeten zijn. Aan het hoofd van den Staat staan twee door den Senaat uit zijn midden gekozen burgemeesters. Er zijn twee „Amtsgerichte” (in Bremen en in Bremerhaven) en een Landgericht.

Hof van appel is het „Hanseatische Oberlandesgericht” in Hamburg. De Staatsinkomsten van Br. bedroegen in 1912/13 53.100.000 mark, de uitgaven 69.200.000; m. de Nat. Schuld +/300.000.000 mark. — 2) De stad B. heeft 261.000 inw. Zij ligt op de plaats, waar de groote weg Keulen—Hamburg, de Wezer passeert, 69 K.M. boven haar monding, daar, waar de vloed de kleinere zeeschepen van eertijds gemakkelijk de rivier kon opbrengen en waar deze laatste, tengevolge van haar grootere breedte en moerassige oevers, meer benedenwaarts moeilijk te overbruggen was. Het oude B. ligt met de z.g. Voorstad aan den rechteroever en heeft met zijn kromme straten en talrijke oude huizen, een ouderwetsch voorkomen; de ruimer gebouwde nieuwe stad ligt aan den linkeroever; beide stadsdeelen zijn door bruggen met elkander verbonden; de oude vestingwerken om de oude stad zijn in fraaie wandelingen veranderd. Belangrijke oude gebouwen zijn o. a.: de Romaansche Dom en het Gotische Raadhuis, met zijn beroemden wijnkelder, het „Schutting” genoemde gildehuis der kooplieden, enz.; daarnaast talrijke nieuwere groote openbare gebouwen. Naast verschillende onderwijsinrichtingen, waaronder een handelsschool, heeft B. een beroemde bibliotheek en een museum. B. is de tweede haven van het Duitsche Rijk.

Bremerhaven kan bereikt worden door de grootste schepen; B. zelf, sedert de correctie der beneden-Weser, door schepen van 5.4. M. diepgang. In 1911 kwamen in de haven van B. (Bremerhaven en Vegesack niet meegerekend) 3761 schepen, met 1.994.122 ton, terwijl 3642 schepen met 1.967.458 ton haar verlieten. De import bedroeg in 1912 een waarde van f 1.390.840.000; de export een van f 1.335.000.000. De handel gaat hoofdz. naar de Ver. Staten en Indië. De voornaamste importartikelen zijn rijst, katoen en tabak. Hoogst belangrijk is de reederij. In 1912 hoorden in B. 698 schepen met 906.074 ton thuis, waarvan 480 stoomschepen met 766.304 ton.

Hiervan bezat de Norddeutsche Lloyd alleen 255 zeeschepen met 737.549 ton. Andere belangrijke reederijen zijn de „Hansa”, de „Neptun”, de „Argo”, enz. In 1912 scheepten zich 170.000 emigranten in B. in. Er is een Nederl. consulaat. — In de vroege Middeleeuwen was B. een belangrijk zendingsstation, nadat Karel de Groote hier in 788 een bisdom gesticht had, dat in het midden der 9e eeuw, na de verwoesting van Hamburg door de Noormannen, een aartsbisdom werd. Reeds zeer vroeg had B. een belangrijke zeevaart en nam later krachtig deel aan het Hanzeverbond. In 1522 ging B. tot de Hervorming over, was een der stichters van het Schmalkaldische Verbond en wist in 1547 dapper stand te houden tegen het Keizerlijke leger.

Na den Dertigjarigen oorlog begon een tijd van verval; bij den vrede van 1648 kwam het aartssticht als wereldlijk hertogdom aan Zweden. Oldenburg trachtte door het oprichten van den Elsflether Tol den handel van B. te fnuiken; de tol werd pas in 1820 weer opgeheven. De Zweedsche rechten kwamen later aan Hannover, dat in 1731 de zelfstandigheid van B. erkende. In den Franschen tijd was B. hoofdstad van het Departement van de Monden van de Wezer. Het Weener Congres erkende B. als Staat.