Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Aas

betekenis & definitie

Aas - 1) het voedsel, dat de dieren in de vrije natuur zich zelf als buit of prooi verschaffen. Daar het a., dat dieren lokt, dikwijls in het vleesch van doode dieren bestaat, kreeg het woord ook de bet. van: dierenlijk. A. is op velerlei wijze bruikbaar: 1) als voedsel voor dieren; vleesch van gestorven paarden of runderen wordt veel aan honden en katten gegeven, in Frankrijk ook aan zwijnen en in Bretagne, Périgord en Normandië eveneens aan hoenders; 2) het vet kan dienen ter bereiding van zeep en smeerolie; 3) de huid en beenderen worden verwerkt op lijm, van de beenderen ook wel knoopen vervaardigd; 4) het overige, vleesch, ingewanden, enz. is bruikbaar ter bereiding van enkele stoffen (zouten en dergl.) of van kunstmest.

2) de één in verschillende spelen, als kaart-, dobbel-, dominospel. Ook de eenheid, het kleinste gewicht van het oude gewichtstelsel, 1/32 van 1 engels, het 1/640 van 1 ons, en het 1/1520 van 1 mark, derhalve 0.047 d.G. Het woord is ontleend aan ’t Fransche as, dat uit Lat. as stamt, ’t welk een kleine munt of een gewicht aanduidde en oorspr. „eenheid” beteekende.