Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie H
- hem (em)
- Hem, Pieter van der
- hema
- hemangiomatose
- hemangioom
- hemarthros
- hemateïne
- hematemesis
- hematica
- hematiet
- hematocele
- hematocriet
- hematogeen
- hematologie
- hematoom
- hematoxyline
- hematurie
- Hembyze, Jan van
- hemd, o. (-en)
- hemdijk
- hemdje (hempje)
- hemdjurk
- hemdrok
- hemdsband
- hemdsboord
- hemdsmouw
- hemel
- Hemel, Oscar van
- hemelas
- hemelbed
- hemelbestormer
- hemelbode
- hemelbol
- hemelbrief
- hemelcoördinaten
- hemeldak
- Hemeldonck
- hemelen
- hemelequator
- hemelfactor (hemelfaktor)
- hemelfactormeter
- hemelgewelf
- hemelglobe
- hemelgod
- hemelheer (hemelheir)
- hemelhoog
- hemeling
- hemelkoe
- hemelkoningin
- hemellichaam
- hemellicht
- hemellichtfactor (hemellichtfaktor)
- hemelmechanica
- hemelpool
- hemelpoort
- hemelrijk
- hemelruim
- hemelsblauw
- hemelsbreed
- hemelsbreedte
- hemelsleutel
- hemelsluis
- hemelsnaam
- hemelstraling
- hemelstreek
- hemelswil
- hemelteken
- hemeltergend
- hemeltje
- Hemelumer-Oldeferd
- hemelvaart
- Hemelvaartsdag
- Hemelveerdegem
- hemelvuur
- hemelwaarts
- hemelwater
- Hemen
- Hemer
- hemeralopia
- Hemerocallis
- hemerotheek
- Hemert, Maria van
- hemerytrine
- Hemessen, Jan Sanders van
- hemiacetaal
- hemiatrofie
- hemicellulose
- Hemichordata
- hemiëder
- hemiëdrie
- hemikryptofyt
- Hemiksem
- Hemileia
- Hemingway, Ernest Miller
- hemiool
- hemiparasiet
- hemipenis
- hemiplegie
- Hemiptera
- hemistiche