v., Oudegyptische voorstelling van de hemel als koe.
(e) De buik van de koe is het hemelgewelf, waaraan de sterren zich bevinden. Zij wordt ondersteund door de luchtgod Sjoe en bij haar poten bevinden zich acht andere góden, die de oneindige ruimte voorstellen. Nadat de zonnegod Re de mensheid, die tegen hem in opstand was gekomen, bijna geheel door een toornende leeuwegodin had laten uitroeien, trok hij zich teleurgesteld terug en zette zich neer op de hemelkoe.