Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hemelbol

betekenis & definitie

m. (-len), (ook: hemelglobe, sfeer), de denkbeeldige bol waarop men zich de sterren geprojecteerd denkt.

(e) Het middelpunt van de hemelbol is (strikt genomen) het oog van de waarnemer, de straal is willekeurig groot. Als men de straal oneindig neemt, is het middelpunt willekeurig. Voor de plaatsbepaling van de hemellichten voert men een polair coördinatenstelsel in. Men kan de oorsprong kiezen in het oog van de waarnemer (plaatselijke hemelbol), in het middelpunt der aarde (geocentrische hemelbol) of in het middelpunt van de zon (heliocentrische coördinaten). Afhankelijk van de keuze van het hoofdvlak krijgt men verschillende coördinatenstelsels.

Het stelsel van azimut en hoogte neemt de horizon als hoofdvlak (). De normaal op de horizon bepaalt het zenit en nadir, de vlakken door zenit en nadir de hoogtecirkels of verticalen. De kleine cirkels van gelijke hoogte zijn de almukantarats. De meridiaan is de hoogtecirkel die door de pool gaat, zijn snijlijn met de horizon, de lijn noord-zuid, is de nulrichting. Loodrecht op de meridiaan staat de eerste verticaal.

Het stelsel van uurhoek en declinatie neemt de evenaar als hoofdvlak (afb.2). De richting loodrecht op de evenaar bepaalt de noorden zuidpool, de vlakken door deze as zijn de declinatiecirkels. De meridiaan geeft de nulrichting. De declinatie S is de afstand van de ster tot de evenaar, de uurhoek is de afstand van de declinatiecirkel tot de meridiaan. Soms neemt men in plaats van de declinatie de poolafstand 90°-6. Dit stelsel sluit direct aan bij de draaiing van de hemelbol, een afspiegeling van de aardrotatie. Het stelsel van uurhoek en declinatie is een plaatselijk stelsel.

Het stelsel van rechte klimming en declinatie neemt ook de evenaar als hoofdvlak. Het bepaalt de declinatie op dezelfde wijze als het stelsel van uurhoek en declinatie, maar gebruikt een nulpunt dat een (vrijwel) vaste plaats inneemt ten opzichte van de sterren, dit is het lentepunt. De declinatiecirkels van rechte klimming 0° (180°) en 90° (270°) heten coluren.

Het stelsel van lengte en breedte neemt de ecliptica als hoofdvlak (afb.4). De vlakken evenwijdig aan de ecliptica bepalen de breedtecirkels aan de hemelbol. Het lentepunt fungeert als nulpunt. Dit stelsel was bij de Grieken die zich vrijwel uitsluitend bezighielden met de zon en planeten algemeen in gebruik. Het werd eind 17e eeuw verdrongen door het stelsel van rechte klimming en declinatie. Alleen voor de studie van de planetenbewegingen en aardbaan is het nog in gebruik.

Het stelsel van galactische lengte en breedte neemt het melkwegvlak als hoofdvlak. →galactische coördinaten.

Voor het heelal als geheel is er geen coördinatenstelsel dat voor de hand ligt, omdat er geen voorkeursvlak bestaat binnen de verdeling van de extragalactische stelsels. Meestal gebruikt men galactische of equatoriale coördinaten.