Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie H
- hennegat
- hennekleed (henekleed)
- Henneman
- Hennen van Merchtenen
- hennep
- hennepbraak
- hennepen
- hennepgaren
- hennepik
- hennepkoek
- henneplinnen
- henneplint
- hennepnetel
- hennepolie
- henneproot
- hennepstok
- henneptouw
- hennepvreter
- hennepzaad
- hennepzeel
- Hennes
- hennin
- Henningsen
- Hennipman
- Hennuyères
- Henoch
- Henoch-Schönlein, syndroom van
- henotheïsme (henoteïsme)
- Henotikon
- Henri Rolin
- Henri-Chapelle
- henri-quatre
- Henriët
- Henriëtte Goverdine Anna Roland Holst
- Henriot
- Henripont
- henry , symbool
- Henry Draper-classificatie
- Henry, Joseph
- Henry, O
- Henry, Patrick
- Henry, Pierre
- Henryson, Robert
- hens
- Hens, Frans
- Hensbergen
- Hensbroek
- Henschke
- Hensen, Herwig
- Hensies
- Henze
- henzen
- heortologie
- heortologium
- HEOS
- hepa
- heparine
- Hepaticae
- hepatitis
- hepatitis-𝛽-antigeen
- hepatitisvirus
- hepatoom
- hepatopancreas
- Hepburn, Audrey
- Hepburn, Katharine Houghton
- Heppen
- Heppenbach
- Heppener
- Heppignies
- Hepplewhite
- hept
- heptaan
- heptabarbital
- heptachloor
- heptameter
- Heptanesische School
- heptarchie
- heptode
- Hepworth, Cecil Milton
- Hepworth, dame
- Her
- her, (herre)
- her, taalkundig
- Hera
- heraanpassing
- heracleïsch
- Heracleum
- Heraclitus
- Heraclius
- herademen
- heraion
- Herakleia
- Herakleides Pontikos
- Herakleios
- Herakleitos
- Herakles
- Herakles, Zuilen van
- Herakliden
- heraldicus
- heraldiek