[→Gr. holos, heel], v./m. (-iolen), (muziekleer) de invoeging van een tweedelig ritme in een driedelig metrum.
(e) Hemiolen komen voor als een verdeling van zes tellen in drie groepjes van twee tellen (in plaats van in twee groepen van drie tellen), waardoor een accentverschuiving in het metrum ontstaat; in de barokmuziek vooral toegepast in afsluitingen bij driedelige metrum.