Straf geven is ouderwets.
De wetenschapper. Pavlov heeft onderzoek gedaan naar de manier waarop dieren en dus ook mensen leren. Hij deed proeven met honden die voedsel kregen als ze een bel hoorden. Op een bepaald moment waren de honden hier zo aan gewend, dat ze al begonnen te kwijlen als ze die bel hoorden en er nog geen eten kwam. Voor hen betekende een bel horen eten krijgen en dus kwijlen. Ook bleek dat als men een periode een bel liet horen en geen eten gaf het kwijlen steeds minder werd. Het gedrag dat niet meer beloond werd door middel van voedsel doofde vanzelf uit als er een tijd geen eten meer kwam.
Ook kinderen leren het best door beloning en minder goed door straf te krijgen. Straf zorgt er vaak wel voor dat bepaald gedrag achterwege blijft, maar dat komt dan meestal voort uit angst voor degene die straft en niet altijd omdat een kind begrepen heeft wat er aan de hand is.
Dus als je kinderen iets wilt leren, kun je het best gebruikmaken van beloning. Als een kind iets doet wat je graag wilt dat het doet, werkt een glimlach of een compliment het beste. Ieder kind ziet graag een enthousiast kijkende ouder in plaats van een ouder die alleen laat merken wat hij verkeerd van je vindt. Ook bij volwassenen werkt dat principe. Een baas die vaak complimenten geeft aan zijn personeel zal eerder hardwerkende mensen in dienst hebben met hart voor de zaak dan een baas die vergeet te vertellen dat hij tevreden is over het werk van zijn personeel en alleen zijn kritiek laat horen.
Straf geven kun je daarom het best bewaren voor situaties waarin het echt nodig is en niet als dagelijks opvoedmiddel gebruiken.