Gepubliceerd op 01-12-2020

zwavel

betekenis & definitie

chemisch element (symbool: S). Zwavel komt in drie kristalvormen voor, die alle drie geel gekleurd zijn.

In dierlijke organismen is zwavel in de meeste cellen aanwezig in de vorm van zwavelhoudende aminozuren en het tripeptide glutathion; verder in vrijwel alle voorkomende eiwitten. Zwavel is bestanddeel van vele mineralen (o.a. pyriet, zinkblende) en van natuurlijke sulfaten (gips, bariet). Zwavel wordt gewonnen uit afzettingen van elementaire zwavel, uit zwavelertsen en als bijprodukt bij het ontzwavelen van o.a. aardgas en aardoliefracties.De wereldproduktie van zwavel bedroeg in 1979 53,76 mln. t, waarvan 34,35 mln. t als elementaire zwavel, 10,10 mln. t uit zwavelertsen en 9,31 mln. t als bijprodukt in de industrie.

Zwavel is als bestanddeel van eiwitten een onmisbaar element voor de plantengroei.

In de landbouw wordt zwavel als bestanddeel van meststoffen (o.a. superfosfaat met 12 % zwavel) aan de grond toegevoegd. Zwavelgebrek van gewassen komt in Nederland en België bijna niet voor.

Dit komt mede doordat met de regen jaarlijks, afhankelijk van de plaats, 20-90 kg zwavel per ha op de grond komt (→ zure regen). De belangrijkste toepassingen van zwavel zijn de bereiding van zwavelverbindingen, m.n. van zwavelzuur (85 %), het vulkaniseren van rubber, in de farmacie (behandeling van huidziekten), als fungicide en in buskruit.

Van de zwavelverbindingen vormen vooral de → zwaveloxiden die ontstaan bij de verbranding van fossiele brandstoffen, een belasting voor het milieu. Ook zwavelzuur (→ accuzuur) wordt in vrij grote hoeveelheden geloosd.