Gepubliceerd op 01-12-2020

stroperij

betekenis & definitie

illegale jacht: jacht met verboden middelen, op soorten die niet bejaagd mogen worden, buiten het jachtseizoen, op tijden waarop niet mag worden gejaagd, of beoefend door personen die voor het desbetreffende gebied geen recht op de jacht hebben. Het hangt dus af van de situatie, of een activiteit stroperij dan wel jacht genoemd moet worden.

Bij onvoldoende controle, zoals in vele landen het geval is, is het onderscheid maar vaag. Voorbeelden van stroperij in Nederland en België zijn: het stropen met een lichtbak op vooral edelhert en ree en het schieten op roofvogels. Hoewel dit laatste verboden is, bleek in een recent onderzoek dat 17 % van de onderzochte buizerds en haviken lood in het lichaam had. Op wereldschaal is vooral de stroperij op produkten die in de internationale handel veel geld opbrengen een probleem dat vele diersoorten in hun voortbestaan bedreigt. Voorbeelden zijn olifant, walrus (ivoor), neushoorn (hoorn), diverse zeehonden en katachtigen (bont) en krokodil (leder). Bestrijding van deze vorm van stroperij vereist een internationale aanpak.

In Nederland is stroperij strafbaar gesteld bij de Jachtwet van 1954, overigens zonder dat de term stroperij daarin wordt gebruikt. In België wordt dezelfde materie in de Jachtwet, 1. gew. in 1972, geregeld. In het Ned. recht wordt de term stroperij gebruikt voor de diefstal van klei, ongesneden veen, zand, grind, puin, mestspeciën, plaggen, heide, wier, riet, biezen, mos, hak- en sprokkelhout, ongeplukte of afgevallen boomvruchten, te velde staand gras e.d.