Gepubliceerd op 01-12-2020

parasitisme

betekenis & definitie

samenlevingsvorm waarbij een van de partners profiteert (de parasiet), terwijl de ander schadelijke, soms zelfs dodelijke gevolgen ondervindt (de gastheer of waardplant). De relatie tussen de partners is gewoonlijk langdurig en het voortbestaan van de parasiterende soort is direct afhankelijk van het bestaan van de andere soort.

Parasieten van de mens zijn o.a. platwormen, rondwormen, bloedzuigers en mijten. Parasieten van planten zijn o.a. protozoën, schimmels (b.v. roesten op granen) en enkele hogere planten, zoals de bremraap op de wortels van o.a. klaver. Bij de parasieten kan men naar leefwijze twee groepen onderscheiden, nl. de ectoparasieten, die aan de buitenkant van de gastheer leven (b.v. muggen, bloedzuigers), en endoparasieten, die in de gastheer leven (b.v. platwormen). Alle parasieten vertonen adaptaties aan hun leefpatroon. Een aantal adaptaties bij dierlijke parasieten dient voor het verwerven van voedsel, zoals het bezitten van haakjes, zuignappen, boorapparaat, stekende en zuigende monddelen. Andere adaptaties zijn het veelvuldig optreden van aseksuele voortplanting, parthenogenese of hermafroditisme.

Plantaardige parasieten worden gekenmerkt door het bezit van zuigwortels, waarmee zij behalve water en zouten ook suikers uit de vaatbundels van de waardplant halen. Doordat zij geen bladgroen bezitten, kunnen zij zelf geen suikers maken. Parasieten zijn soortgebonden of beperken zich tot enkele verwante gastheren.Een speciale groep van parasieten vormen de insekten die op andere insekten parasiteren (en vaak van binnen uit opeten). Hiertoe behoren de bijzondere predatoren, b.v. sluipwespen, die hun eieren in hun prooi leggen, waarna die prooi door de larven wordt opgegeten. Deze groep is van bijzondere betekenis voor het milieubeheer. Bij de biologische of geïntegreerde bestrijding van voor land-, tuin- of bosbouw schadelijke insekten wordt nl. gebruik gemaakt van deze parasieten, die daartoe speciaal worden gekweekt. Vooral uit gebieden in Noord-Amerika en Australië, waar onopzettelijk door kolonisten schadelijke insekten waren ingevoerd die daar geen natuurlijke vijanden hadden, zijn gevallen bekend waarbij biologische bestrijding met succes werd bekroond en hoge kosten werden bespaard. Zo werd deze wijze van bestrijding toegepast in de citruscultuur en bij vele andere gewassen in Californië, bij suikerriet in Hawaiï, kool in Australië, citrus in Israël en appels in Nieuw-Zeeland.

Ook bij de Ned. tuinbouw en fruitteelt bestaat een stijgende belangstelling voor het gebruik van deze hyperparasieten. Veel van het onderzoek hiernaar vond plaats in de jaren dertig, voor de opkomst van de chemische bestrijdingsmiddelen. Maar het toegenomen inzicht in de keerzijden van deze laatste heeft de biologische bestrijding een nieuwe impuls gegeven.