Gepubliceerd op 01-12-2020

mijten

betekenis & definitie

Acari, orde van zeer kleine, spinachtige diertjes zonder zichtbare geleding in kop, borststuk en achterlijf; vrijwel alle soorten hebben acht poten. De ontwikkeling van mijten vertoont meestal de reeks ei—larve (zespotig)—nimfvolwassen dier.

De monddelen zijn bijtend of stekend. De ademhaling geschiedt door luchtbuizen (tracheeën) of door de huid. Mijten zijn alomtegenwoordig, op dieren en planten, in voorraden en vrij levend, ook in zoet en zout water. Er zijn zeer veel soorten en variëteiten, soms schadelijk of ziekteverwekkend. Zo veroorzaken mijten die op dieren (en de mens) parasiteren huidziekten, b.v. schurft. Mijten die bloedzuigen bij dieren (b.v. teken) kunnen ziekten overbrengen die door micro-organismen worden veroorzaakt, zoals vlektyfus.

De mijten die op planten parasiteren b.v. galen spintmijten, kunnen daar resp. gallen of spint teweegbrengen. Weer andere mijten leven in bepaalde voedingsmiddelen (o.a. meelmijt, kaasmijt), zijn rovers (o.a. watermijten), of voeden zich met afval. Deze laatste leven in humusrijke bodem. Zij verkleinen grote hoeveelheden plantaardig afbraakmateriaal. Dit materiaal kan daarna worden omgezet door bacteriën en schimmels. Bij bodemverstoringen kunnen verschuivingen optreden in aantal en soorten mijten. Door populatie-onderzoek kan men dan bepaalde vormen van bodemverontreiniging constateren.