Gepubliceerd op 01-12-2020

hormoon

betekenis & definitie

door endocriene klieren geproduceerde stof die een specifieke, regulerende werking op een orgaan uitoefent. Hormonen spelen een belangrijke rol in de groei en de stofwisseling van een organisme, hoewel slechts geringe hoeveelheden worden geproduceerd, fndien afwijkingen in de hormoonproduktie ontstaan, treden ziekteverschijnselen in het organisme op.

Zoogdierenhormonen zijn doorgaans dezelfde als die van de mens, zodat zij kunnen worden gebruikt bij de behandeling van menselijke hormoonziekten. De voornaamste hormoonproducerende klieren zijn de geslachtsklieren, de schild-, bijschild- en alvleesklier, de bijnieren en de hypofyse. De laatste reguleert de meeste andere endocriene klieren, en wordt op haar beurt door de hypothalamus gereguleerd.De vrouwelijke en de mannelijke geslachtshormonen zorgen voor de geslachtskenmerken bij resp. de vrouw en de man en de gedragswijzen. Zij zijn ook verantwoordelijk voor de vetafzetting in het lichaam. Van deze eigenschap wordt door veehouders gebruik gemaakt om bepaalde huisdieren (vnl. varkens en kippen) snel en overmatig vet te mesten, een praktijk die voor de mens risico’s inhoudt, doordat bij het verstrekken van te grote doses hormoonresiduen in het consumptievlees kunnen overblijven. Bovendien zijn overmatige doses oestrogeen in een aantal gevallen kankerverwekkend gebleken.

Er zijn synthetische hormoonachtige produkten, waarvan diëthylstilbestrol of DES de bekendste is. Deze synthetische produkten kunnen kankerverwekkend zijn. Veelal worden zij in tabletvorm onder de huid van de dieren aangebracht. In de vs en Groot-Brittannië wordt veel gebruik gemaakt van deze stoffen. Een totaal verbod voor het gebruik binnen de EG wordt geblokkeerd door Groot-Brittannië, België en Ierland.

Bij de insekten regelt het vervellingshormoon de stofwisseling gedurende de vervelling. Door toedienen van dergelijke hormonen kan men schadelijke insekten op een voor hen ongunstig tijdstip doen vervellen. Ingrepen met andere hormonen kunnen de ontwikkeling van het volwassen dier remmen. Ten gevolge van dergelijke technieken belet men het ontstaan van een nieuwe generatie schadelijke insekten. In het dierenrijk zijn nog andere hormonen bekend. Krabben en insekten b.v. produceren neurohormonen, termieten bezitten hormonen die hun sociale rangorde bepalen.

Door de planten worden stoffen gesynthetiseerd die allerlei processen beïnvloeden (fytohormonen). Voorbeelden hiervan zijn het groei- en bloeihormoon. De groeistof auxine verhoogt de elasticiteit van de celwand. Gibberellinen verhogen o.a. de kiemkracht van zaden en bevorderen de bloei. In de land- en tuinbouw worden dikwijls op grote schaal selectieve onkruidbestrijdingsmiddelen toegepast. Dit zijn regulatoren die slechts bepaalde planten doden.

Deze methode heeft invloed op de planteneters. Men krijgt een verstoring in de voedselketen. Fytohormonen zijn ook verantwoordelijk voor de blad-, bloem- en vruchtval. Groeistoffen worden tenslotte ook toegepast om bij moeilijk wortelende stekken de wortelvorming te bevorderen. D.m.v. genetische manipulatie is het mogelijk geworden micro-organismen menselijke hormonen te laten produceren. Hierdoor komen deze hormonen (b.v. insuline en groeihormoon) in grotere hoeveelheden beschikbaar (tot op heden moesten zij worden geïsoleerd uit resp. de alvleesklier van schapen of varkens en de hypofyse van mensen).