Gepubliceerd op 01-12-2020

halfwaardetijd

betekenis & definitie

tijd waarin de concentratie van een chemische stof in het milieu tot de helft van de oorspronkelijke waarde afneemt (symbool: t‘/2). Het gebruik van de term halfwaardetijd veronderstelt dat de concentratie-afname in een bepaald compartiment op elk beschouwd moment evenredig is met de concentratie op dat moment (exponentiële afname zoals die voorkomt bij radioactieve stoffen).

De halfwaardetijd is een maat voor de verblijftijd van een stof in het milieu of een milieucompartiment (bodem, water, lucht; vergelijk biologische halfwaardetijd). De halfwaardetijd kan sterk verschillen voor uiteenlopende stoffen en voor de verschillende milieucompartimenten. Zo bedraagt de halfwaardetijd voor DDT in de bodem 2-4 jaar, terwijl de halfwaardetijd in het milieu in ruimere zin, de biosfeer, geschat wordt op ca. 15 jaar. Een dergelijk lange halfwaardetijd, gecombineerd met het vermogen te accumuleren in voedselketens, houdt het risico in dat geruime tijd nadat men begonnen is met toepassing van die stof, zich ongewenste en toxische effecten kunnen voordoen bij organismen. Zelfs in het geval van onmiddellijke stopzetting van de produktie van die stof zullen door de lange halfwaardetijd de toxische effecten nog geruime tijd blijven doorwerken. Om deze reden geeft men er de voorkeur aan persistente en tevens in vet oplossende stoffen uit de biosfeer te weren (→ zwarte lijst).