Gepubliceerd op 01-12-2020

hakhout

betekenis & definitie

vorm van houtteelt gericht op het telen van hout van kleine afmetingen met korte omloop. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van bepaalde boom- en struiksoorten die gemakkelijk stronkopslag vormen na kap, zoals eik, wilg, populier, linde en hazelaar.

Deze stronkopslag wordt gekapt in cycli van ca. 5-15 jaar. Eikehakhout (akkermaalshout) b.v. is een eeuwenoude bedrijfsvorm in de bosbouw; het leverde brandhout, klein geriefhout en eikeschors (looibast) voor de lederlooierijen. Door het in de mode komen van open haarden en allesbranders begint de exploitatie van hakhout door boeren bij wijze van bijverdienste weer interessant te worden. In Nederland en België kwamen ook elze- en essehakhout voor, waarvan het produkt vooral in de waterbouw toepassing vond. Wilgehakhout wordt griend genoemd.

< >