Gepubliceerd op 29-06-2020

Troelstra, Pieter Jelles

betekenis & definitie

Sociaal-democratisch politicus en republikein; geboren op 20 april 1860 te Leeuwarden, overleden op 12 mei 1930 te Den Haag. In 1918 ondernam hij een revolutiepoging die niet van de grond kwam.

Zijn ‘mislukte revolutie’ leidde tot massale demonstraties van aanhankelijkheid aan het Oranjehuis. Troelstra was advocaat, journalist en dichter. Pieter Jelles Troelstra studeerde rechten in Groningen en promoveerde in 1888. Vervolgens vestigde hij zich als advocaat en journalist in Leeuwarden en werd lid van de Friese Volkspartij. In 1890 werd hij lid van de Sociaal-Democratische Bond (SDB) maar raakte vrijwel meteen in conflict met de leider, F. Domela Nieuwenhuis.

Een bezoek van koningin-regentes Emma en de jonge Wilhelmina aan Leeuwarden in 1892 leidde tot ordeverstoringen. Oranjeklanten bestormden huizen van personen met socialistische sympathieën. Troelstra, die tot op dat moment nog twijfelde tussen de radicaal-liberalen en socialisten, koos toen definitief de zijde van de laatsten.In 1893 nam de SDB op Domela’s initiatief afscheid van de parlementaire weg tot verandering van de maatschappij. Daarop stichtte Troelstra in 1894 met elf anderen (‘de twaalf apostelen’) de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP). Tijdens het eerste partijcongres in 1895 werd bepaald dat afschaffing van de monarchie, ondanks een amendement in die richting van de afdeling Maastricht, niet in het beginsel- en verkiezingsprogramma zou worden opgenomen. Troelstra had zich hevig verzet tegen het amendement, omdat dat koren op de molen van de tegenstanders van de sociaal-democraten zou zijn en gebruikt zou kunnen worden om het volk tegen de sociaal-democraten op te zetten. Afschaffing van de monarchie zou verbeteringen in de positie van de arbeidersklasse geen stap dichterbij brengen. In Troelstra’s ogen was de monarchie slechts een ‘onschuldige liefhebberij’ en onschadelijke randversiering van de staat.

In 1897 werd Troelstra lid van de Tweede Kamer. Het was toen nog gebruikelijk dat nieuwe Kamerleden werden beëdigd door de vorst, in dit geval koningin-regentes Emma. Maar Troelstra, en met hem zijn fractiegenoot H.H. van Kol, weigerde dat. Enkele dagen later konden zij door een speciaal Koninklijk Besluit toch aan het werk. Ook bij troonredes en bij de inhuldiging van koningin Wilhelmina (1898) waren zij afwezig. In 1900 werd Troelstra naast parlementariër ook hoofdredacteur van Het Volk.

Ondanks zijn principiële keuze voor de weg van de parlementaire democratie, gaf hij in de Tweede Kamer herhaaldelijk blijk van zijn revolutionaire aspiraties, evenals van zijn republikeinse gezindheid. Bij de bekendmaking van de zwangerschap van koningin Wilhelmina in 1908 en de geboorte van prinses Juliana in 1909 weigerden Troelstra en zijn fractiegenoten gelukwensen uit te spreken. In 1913 gaf Troelstra in zijn hoedanigheid van fractievoorzitter van de SDAP advies aan de koningin over een nieuw te vormen kabinet. Tot die tijd had hij steevast verstek laten gaan. Ondanks de grote winst van zijn partij, weigerde de SDAP uiteindelijk om samen met andere partijen regeringsverantwoordelijkheid te dragen. In november 1918, aan het eind van de Eerste Wereldoorlog, ging een golf van revolutie door Duitsland.

In een poging de revolutie naar Nederland te doen overslaan, stelde Troelstra op 12 november in de Tweede Kamer dat ook hier de arbeiders de macht zouden grijpen. De revolutie kwam echter niet van de grond. Op 14 november moest ook Troelstra dit in de Kamer erkennen. Dezelfde avond overwoog hij zelfmoord te plegen. Troelstra’s halfhartige revolutiepoging deed afbreuk aan zijn aanzien en dat van zijn partij en verstevigde de positie van de monarchie. Onder arbeiders bleef Troelstra echter populair.

In 1925 legde hij om gezondheidsredenen het Kamerlidmaatschap neer. Troelstra’s eerste echtgenote, Sjoukje M.D. Bokma de Boer, schreef onder het pseudoniem Nienke van Hichtum een kinderboek over het armoedig bestaan van een groot Fries gezin: Afke’s tiental (1903). Van dit boek is bekend dat het door koningin Wilhelmina aan de jonge Juliana is voorgelezen.

Zie ook sociaal-democratie.